Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

Interview: Leen van Dijke over het Klimaatakkoord ‘Als we het begin goed doen, gaan we versnellen’

Leen van Dijke, voorzitter Stroomversnelling, over het Klimaatakkoord

Het voorstel voor de hoofdlijnen van het Klimaatakkoord, dat dinsdag 10 juli is gepresenteerd, gaat de goede richting uit. Maar de concretisering moet volgens Leen van Dijke, voorzitter van Stroomversnelling, nog wel komen. Ook voor de sectortafel gebouwde omgeving. Hoe kijkt hij terug en wat verwacht hij van de volgende fase?

Kan Nederland blij zijn met het voorstel voor de hoofdlijnen van het klimaatakkoord?

“Het is een goede tussenstap. Een akkoord mag het inderdaad nog niet heten. Om de ambities waar te maken, moeten het komend half jaar keuzes worden gemaakt en vertaald naar narekenbare en toetsbare afspraken. Onze stelling is dat het noodzakelijk is om vanuit 2050 terug te rekenen, zodat we de juiste stappen in de juiste volgorde zetten. Zonder backcasten, blijft het gokken.”

Heeft de sectortafel gebouwde omgeving het goed gedaan?

“Er zaten veel verschillende partijen aan tafel met uiteenlopende belangen, die ook flink werden behartigd. Het is knap hoe voorzitter Diederik Samson erin is geslaagd om tot afspraken te komen. Maar ook die moeten de komende maanden veel concreter worden. Zonder concrete normen en doelen is gewoonweg niet na te rekenen waar we precies staan, laat staan wat we bereiken.”

Heeft Stroomversnelling iets kunnen bereiken?

“Absoluut. Wij hebben in mei een PositionPaper ingebracht waarin we het belang van een integrale benadering en integrale oplossingen benadrukken. Die oplossingen vinden we alleen door boven individuele belangen uit te stijgen. En ook door vraagstukken rond maatschappelijke zorg, langer thuis wonen, betaalbare woonlasten, klimaatadaptatie, rioolvernieuwing en bescherming van flora en fauna met elkaar te verbinden. Een integrale aanpak schept niet alleen kansen om geldstromen te bundelen, maar helpt ook om dat geld effectiever te benutten, meer resultaat te bereiken en meer draagvlak te krijgen. Dat draagvlak zullen we de komende jaren heel hard nodig hebben.

In onze position paper hebben wij concrete aanbevelingen gedaan om een betaalbaar aanbod van renovatieconcepten te ontwikkelen, bewoners actief te betrekken én om wet- en regelgeving te maken die de juiste prikkels geven. Veel van die aanbevelingen zien wij terug in het voorstel van de sectortafel gebouwde omgeving, al kunnen ze nog een stuk concreter.”

Wat zijn afspraken die de goede richting uitgaan?

“In het voorstel staat dat bestaande gebouwen flink geïsoleerd worden voordat de overstap naar duurzame energie wordt gemaakt. Daar heeft Stroomversnelling zich heel hard voor gemaakt. Als we de warmtevraag niet eerst reduceren, gaan we het nooit redden met duurzame energie. De norm wordt wat ons betreft: isoleren tot een warmtevraag van 50 kWh per vierkante meter. Wij zien dat als een harde prestatie-eis die de aanbieder moet garanderen.

Een winstpunt is ook dat woonlastenneutraliteit als uitgangspunt wordt omarmd. Beter wonen voor hetzelfde geld. Iedereen moet mee kunnen doen.

Verder zijn we blij dat er objectgebonden financieringsvormen komen, die woningeigenaren de kans geven om hun woning te verduurzamen. De lening is gekoppeld aan de woning en gaat bij verkoop over naar de volgende eigenaar. Dat neemt heel veel druk weg: een investering hoeft niet in een paar jaar te worden terugverdiend, maar kan op langere termijn renderen.

Wij willen dat de banken ook prikkels gaan geven om woningen te verduurzamen. Zij kunnen meer hypotheekruimte bieden voor een duurzame woning of een woning die verduurzaamd wordt, dan voor een woning met een slechte energieprestatie.

Voor huurwoningen ligt er een forse opgave voor de woningcorporaties. Zij hebben toegezegd dat ze grote stappen willen maken in verduurzaming, maar dan moet de overheid het hen financieel wel mogelijk maken om te investeren, bijvoorbeeld door de verhuurdersheffing te verlagen of te compenseren. In onze position paper hebben wij gezegd dat woningcorporaties in staat moeten worden gesteld om de noodzakelijke investeringen te kunnen doen.”

Krijgen we de kosten van verduurzaming echt omlaag?

“Dat móet gewoon lukken. In de tekst van de sectortafel staat dat de kostprijs van renovatieconcepten tot 10 procent omlaag kan door industrialisatie en robotisering. Wij zijn veel optimistischer. Kijk naar wat er met wind op zee is gebeurd: dankzij een tenderregeling voor stimulering van duurzame energie is de kostprijs zo ongeveer gehalveerd. Met een tender voor de gebouwde omgeving kunnen we ook in die buurt komen. Bij een tender worden consortia van bedrijven uitgedaagd om samen tot integrale, industriële oplossingen te komen. Door de producenten te stimuleren, profiteren de afnemers straks van lagere prijzen.”

Gebeurt er ook iets met de energiebelasting?

“Er komt een koppeling tussen energiedrager en CO2-uitstoot. Gas veroorzaakt meer CO2 en wordt dus duurder dan elektriciteit. Bijzonder is wel dat de CO2-uitstoot van warmtenetten buiten beschouwing blijft. Dit geeft onvoldoende prikkel om warmtenetten duurzaam te maken. Op den duur is dat onhoudbaar. Als er later alsnog CO2-belasting op warmte wordt geheven, krijgen bewoners hogere kosten en komt de woonlastenneutraliteit in gevaar. Wij vinden dat de spelregels houdbaar moeten zijn, om verrassingen tijdens de wedstrijd te voorkomen. Daarom willen wij een gefaseerde invoer van CO2-belasting op warmte, zodat iedereen tijd krijgt om daaraan te wennen.”

Nog andere punten die beter moeten?

“Laten we afspreken wat we precies onder duurzame warmte verstaan, zodat warmtebedrijven zich daarop kunnen richten. Ook moeten we duidelijke afspraken maken over de opbouw van de stappen die nodig zijn om een woning op het afgesproken tijdstip fossielvrij te maken. Daarmee voorkomen we dat mensen spijt krijgen van eerder genomen maatregelen. No-regret heet dat. Verder willen wij dat er eisen worden gesteld aan de garanties op energieprestaties. Binnen Stroomversnelling borgen we een gegarandeerde energieprestatie met het keurmerk NOM-Keur. Het kan vast ook op andere manieren, maar dat moet dan wel worden geregeld.”

Zijn er wel genoeg duurzame energiebronnen voor alles en iedereen? 

“Op dat punt zou Stroomversnelling graag meer realisme willen zien. Er wordt erg veel verwacht van aqua- en geothermie, maar daar zijn vraagtekens bij te zetten. Er moet nog heel wat opgelost worden voor deze technieken op grote schaal beschikbaar zijn; als het al zover komt. Daarom is het ook zo belangrijk om als eerste stap de warmtevraag significant terug te dringen. Hoe kleiner de energiebehoefte, hoe makkelijker we daarin met duurzame energie kunnen voorzien.”

Is Stroomversnelling straks klaar met haar missie? 

“Je zou kunnen zeggen dat het nu pas begint! Het kabinet wil dat er in 2020 jaarlijks 50.000 woningen worden gerenoveerd. Daarna moeten we echt vaart gaan maken. De leden van Stroomversnelling hebben zich hier op voorbereid. Wij hebben al heel wat geleerd en geïnnoveerd, terwijl anderen nog moeten beginnen. Wij weten bijvoorbeeld hoe ongelooflijk belangrijk het is om niet alleen in technische oplossingen, maar ook in bewonersinteractie te investeren.

Gemeenten komen uiterlijk in 2021 met een transitievisie welke wijken wanneer aardgasvrij worden gemaakt. Omdat burgers daar maar beperkt inspraak in hebben, is het van cruciaal belang om goed met hen te communiceren. Het informeren, betrekken en activeren van bewoners is misschien wel de belangrijkste succesfactor voor de hele transitie.”

Kan het eigenlijk mis gaan met de transitie? 

“Niet als we het begin goed doen en de juiste stappen zetten. Daar hangt heel veel van af. Als mensen zien dat woningen niet alleen duurzaam, maar ook comfortabeler en mooier worden, terwijl de woonlasten gelijk blijven, worden ze vanzelf enthousiast. Dan gaat de transitie versnellen.”

Deel dit bericht via social media: