Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

Richting Klimaatakkoord is goed; bijdrage warmtenetten zwaar overschat

Zonder meetbare, narekenbare doelen en heldere afspraken wordt het een gok of we de klimaatdoelen van 2030 en 2050 behalen. Volgens Stroomversnelling heeft de sectortafel gebouwde omgeving de afgelopen maanden grote stappen gezet, maar moet het Klimaatakkoord op cruciale onderdelen beter: ‘Bespaar ons spijtmaatregelen.’

In het Klimaatakkoord hebben warmtenetten een cruciale rol gekregen. De helft van de klimaatdoelstelling die we in 2030 voor de gebouwde omgeving willen behalen, bereiken we door woningen aan te sluiten op warmtenetten. Stroomversnelling is een groot voorstander van duurzame, CO2-neutrale warmtenetten, maar heeft hier toch ernstige vraagtekens bij (zie punt 3).

De beslissing om massaal op warmtenetten aan te sluiten, kan over een paar jaar tot hoge kosten en spijt leiden. En dat terwijl het Klimaatakkoord nu juist het ‘spijtvrij’-principe heeft omarmd: zorg dat je stappen neemt waar je later geen spijt van krijgt, maar doe het in één keer goed, in de juiste volgorde. Daarom vindt Stroomversnelling dat het Klimaatakkoord op 5 punten scherper moet.

1. Normeer de warmtevraag per woning
De grootste stap in de energietransitie is het beperken van de warmtevraag. Het goede nieuws is dat dit zwart-op-wit in het Klimaatakkoord staat. Dat betekent: isoleren. Maar de hoogte van de norm waarmee dat meetbaar en toetsbaar wordt, ontbreekt vooralsnog. Stroomversnelling vindt dat de norm voor de netto-warmtevraag per vierkante meter per jaar niet hoger mag zijn dan wat nu in de praktijk al bewezen haalbaar is: maximaal 50 kWh/m2 voor de meest voorkomende bestaande woningen en maximaal 25 kWh/m2 voor de meest voorkomende nieuwbouwwoningen.

2. Laat CO2-uitstoot geld kosten, ook voor warmtenetten
Het kabinet wil een gelijke heffing op de CO2-uitstoot van energiedragers. Goed idee, maar laat dat dan ook voor warmtenetten gelden. Voer de belasting meteen in als een woning op een warmtenet wordt aangesloten, zodat de bewoner weet dat het warmtenet nog niet duurzaam is. Anders kan hij later spijt krijgen van zijn aansluiting en dat willen we nu juist niet. De heffing is bovendien een noodzakelijke prikkel voor de warmtebedrijven om de warmtenetten te verduurzamen. Ook hier zou het spijtvrij-beginsel van toepassing moeten zijn. Leg geen warmtenetten aan als de bron niet binnen een afgesproken tijdpad verduurzaamd kan worden (zie ook punt 3). Bespaar ons spijtmaatregelen.

3. Definieer wat duurzame bronnen zijn en wees realistisch over het potentieel
De ambitie is om vanaf 2021 jaarlijks 50.000 woningen en vanaf 2025 jaarlijks 80.000 woningen op warmtenetten aan te sluiten. Dit blijkt overigens niet alleen over bestaande woningen te gaan, maar ook over nieuwbouw en ‘woningequivalenten’ gebaseerd op aansluiting van utiliteitsgebouwen. Dat maakt het behalen van de doelstelling dus al lastig.

De warmtenetten moeten vrijwel allemaal nog worden aangelegd. De meeste daarvan worden vooralsnog op een fossiele bron aangesloten. Maar afspraken over hoe en wanneer die warmtenetten duurzaam worden gemaakt, ontbreken. We weten niet eens of er voldoende, winbare, CO2-neutrale duurzame bronnen beschikbaar zijn. De verwachtingen over bronnen als geothermie en aquathermie zijn hooggespannen, maar er zijn nog zoveel onduidelijkheden of die bronnen technisch winbaar, beschikbaar en betaalbaar zijn, dat het realistischer is om uit te gaan van een bescheiden inschatting.

In het Klimaatakkoord ligt de ambitie bij 70 procent duurzaam, maar wat duurzaam is, wordt niet gedefinieerd. De resultaten zijn dus niet narekenbaar. Door zoveel te verwachten van warmtenetten, lopen we het risico ons zeer afhankelijk te maken van een oplossing die slecht onderbouwd en nog lang niet duurzaam is.

4. Zorg voor een industrialisatieversneller die de aanbodkant stimuleert
Om de energietransitie te versnellen, is het slim om de aanbieders van renovatieproducten te prikkelen. Als bouwers gaan innoveren en industrialiseren, gaat de prijs van renovaties omlaag en stijgt vanzelf de vraag. Om de bouwsector als geheel in beweging te krijgen, is volgens Stroomversnelling een industrialisatieversneller nodig. De tenderregeling voor stimulering duurzame energie (SDE) voor wind op zee heeft bewezen hoe effectief het is om een financiële prikkel aan de aanbiederskant te geven.

5. Begin snel met gebouwgebonden financiering
In het Klimaatakkoord wordt gebouwgebonden financiering als mogelijk middel genoemd om woningeigenaren tot verduurzaming aan te zetten. Hiervoor wordt een wetswijzing voorbereid. Er zijn verschillende mogelijkheden, bijvoorbeeld via een erfpachtconstructie. Gebouwgebonden financiering wordt overigens pas echt aantrekkelijk als deze fiscaal op dezelfde manier wordt behandeld als een hypotheek. Maar het belangrijkste is dat we er nu zo snel mogelijk mee beginnen en er ervaring mee opdoen. Dan weten we wat wel werkt en wat niet.

Deel dit bericht via social media: