Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

In de maak: Handreiking Netbewuste Renovatie

Als een woningcorporatie op dit moment vraagt om nieuwe aansluitingen op het elektriciteitsnet, of om netverzwaring, dan is de kans vrij groot dat het verzoek wordt afgewezen door de netbeheerder. Sterker nog: corporaties worden actief ontmoedigd om warmtepompen te installeren. Betekent dit dat de energietransitie de komende tien jaar op slot gaat? Natuurlijk niet! Er is vooral behoefte aan meer duidelijkheid over wat er wél kan. Daarom werkt Stroomversnelling momenteel aan een Handreiking Netbewuste Renovatie voor de FGU regio, mede gefinancierd door het ministerie van VRO.

Marten Witkamp en Simon Verduijn werken voor Stroomversnelling aan de nieuwe handreiking, die deze zomer zal verschijnen. We bespreken met de beide heren wat netbewuste renovatie precies inhoudt, en we gaan in op het belang van data en heldere definities.

Er zijn inmiddels al heel wat partijen die informatie delen over netbewust bouwen. Wat kunnen jullie daar nog aan toevoegen?
Marten: “Er zijn inderdaad al redelijk wat handreikingen en toolboxen gemaakt over de netbewuste aanpak. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft bijvoorbeeld een Toolbox Netcongestie gemaakt voor de overheid, en Royal HaskoningDHV heeft in opdracht van TKI Urban Energy een Handreiking gemaakt voor netbewuste gebiedsontwikkeling. De handreiking waar wij nu aan werken gaat niet primair over het gebiedsniveau, maar over het niveau van de individuele woning. We kijken overigens wél naar het effect van de renovatie van een rijtje woningen op het hogere niveau, maar dat is niet echt de kern van ons verhaal.”

Heldere definitie ‘netbewuste woning’
Marten: “Wat er tot nu toe ontbreekt in andere handreikingen over dit onderwerp is een concrete definitie van het begrip ‘netbewust’. Hoe kun je dat vage begrip operationaliseren in de context van de individuele woning, zodat je ermee kunt gaan ontwerpen en rekenen? Daar geven we een eerste antwoord op. Daarbij is cruciaal dat we de koppeling maken met de praktijk, door te kijken naar de daadwerkelijke impact van woningen op het net, op basis van nauwkeurige monitoring-gegevens. Dus we maken geen sommen op basis van aannames, maar we werken met praktijkdata en daarbij refereren we aan het ongewoon koude ‘klimaatjaar’ 1987, waar de netbeheerders momenteel ook mee rekenen.”

Marten: “Vervolgens kijken we naar de impact van verschillende maatregelen om netcongestie te verminderen. Wat dit onder de streep oplevert, is een combinatie van renovatieaanpakken – dat wil zeggen: bouwkundige maatregelen aan de schil, de installaties, en netimpact beperkende maatregelen – die wat ons betreft het stempel ‘netbewust’ krijgen. Of, als ze het nog beter doen, ‘netvriendelijk’. En als een woningcorporatie zo’n aanpak hanteert, dan moet de netbeheerder dat in principe honoreren, hoewel je ook altijd moet kijken naar de specifieke lokale context.”

Gezamenlijke taal
Simon: “Het gaat erom dat je de partijen met elkaar verbindt. Hoe kunnen woningcorporaties en netbeheerders elkaar vinden? Heldere definities helpen daarbij. Zo werk je aan het vertrouwen dat nodig is tussen de partijen om de energietransitie aan te zwengelen. We moeten niet tegenover elkaar komen te staan, maar naast elkaar aan tafel gaan zitten. We moeten elkaars belangen begrijpen, en samen stappen vooruit zetten. Het is helemaal niet nodig om stil te blijven staan.”

Simon: “Met deze handreiking proberen we het vocabulaire van twee werelden met elkaar te verbinden, zodat de modellentaal van de netbeheerders straks beter aansluit op de taal van de corporaties en woningverduurzamers. De onderliggende vraag is feitelijk: wat kun je nou doen om te bevorderen dat woningcorporaties (of woningeigenaren) investeringen doen in woningen, die enerzijds goed zijn voor de corporatie en de huurder, en anderzijds het energienet niet onnodig belasten. Zodat de netbeheerders dus niet op kosten worden gejaagd als gevolg van de dingen die je doet op woningniveau. Om dat goed te kunnen afstemmen moet je om te beginnen inzicht hebben in het effect van je maatregelen, zodat je als corporatie inderdaad de juiste maatregelen kunt kiezen, en goed onderbouwd kunt zeggen: we gaan linksaf of rechtsaf. En die beslissing moet vervolgens ook gezien, herkend en geaccepteerd wordt door de netbeheerders.”

Simon: “Door te werken op basis van echte monitoring-data hoop je dat je eindeloze discussies over aannames kunt voorkomen: ik neem A aan, en jij neemt B aan, maar waarom is mijn A beter dan jouw B? Dat verlamt de discussie. Dus bij elke stap die we zetten proberen we zo dicht mogelijk bij de praktijk te blijven. Er zijn altijd wel een paar punten waarop je aannames moet doen, zoals bijvoorbeeld het klimaatjaar dat je als ondergrens hanteert. In dat geval blijven we zo dicht mogelijk bij de aannames die de netbeheerders doen, maar we leggen er wél een beredeneerd alternatief naast. Want als je uitgaat van een iets minder extreme winter, dan geef je de corporaties uiteraard meer armslag. Je loopt dan een iets groter risico op bepaalde ongemakken, maar misschien durven we dat risico wel aan. Daar kun je een genuanceerd gesprek over hebben.”

Hoe gaan jullie je boodschap verspreiden zodra de Handreiking af is?
Marten: “Dat zal in fases gaan. Lang niet iedereen die bij Enexis of Alliander werkt gaat de handreiking lezen. Hetzelfde geldt uiteraard voor de medewerkers van woningcorporaties. Gelukkig hebben we al veel contacten met corporaties die druk aan het verduurzamen zijn. Uiteraard vanuit Stroomversnelling, maar ook via Verbouwstromen. Daarnaast worden de definities en de aanbevelingen die we doen ook opgenomen in het Nationale Handvat voor Woningverduurzaming, dat over een paar maanden in de praktijk getest gaat worden door Verbouwstromen consortia.”

Welke maatregelen ter beperking van de netimpact nemen jullie mee?
Marten: “We kijken bijvoorbeeld naar de thuisbatterij, maar ik verwacht zelf meer van de aanpassing van de instellingen van de warmtepomp. De piekuren op het net zitten altijd tussen 7:00 en 11:00 in de ochtend en 17:00 en 21:00 in de avond. Dus dan zeg je bijvoorbeeld: wat nou als je tijdens die spitsuren de woning niet gaat verwarmen? En als je tijdens die uren ook even geen warm tapwater gaat maken? Dat kun je gewoon instellen in de warmtepomp. Sterker nog, dat kan steeds vaker op afstand ingesteld worden. Dan heb je dus een heel goedkope maatregel die best een behoorlijke impact kan hebben. En het is helemaal geautomatiseerd, want je hoeft als eindgebruiker niet zelf op de klok te kijken. En je verliest ook geen comfort. Als je ’s middags je wasmachine niet aan mag zetten kan dat best onhandig zijn, want soms moet je gewoon even een was draaien. Maar of de warmtepomp je woning nou een uurtje later gaat verwarmen of een uurtje eerder, dat maakt allemaal niet zo veel uit. De temperatuur van een enigszins geïsoleerde woning schommelt niet zo hard. Dit is dus een goedkope maatregel, die ook toegepast kan worden bij warmtepompen die een jaar of vijf geleden zijn geplaatst. In het slechtste geval moet er een monteur langs met een usb-stick, en in het beste geval regel je het bij installatie of op afstand.”

OK, dat is een boodschap die iedereen begrijpt: de warmtepomp houdt zich gewoon aan de gedragsregels die ook worden gepromoot in de nieuwe publiekscampagne van de overheid. Maar nu nog even de details in, voor de techneuten onder ons: wanneer is een woning in technische zin netbewust?
Marten: “Als je daarnaar vraagt, dan krijg je vaak een heel algemeen antwoord: iets over een maximaal piekvermogen wat een woning mag vragen van het net. Maar daar wordt dan nooit duidelijk bij gezegd of het gaat om een piekvermogen dat één keer per jaar optreedt, gedurende twee of drie seconden, of dat het over heel andere pieken gaat. En hebben we het over het piekvermogen van één woning? Of van alle woningen in de straat die op hetzelfde transformatorhuisje zijn aangesloten?”

Maximaal piekvermogen
Marten: “Wij definiëren het maximaal piekvermogen als volgt: de gemiddelde piek over een kwartier gezien – dus niet bijvoorbeeld één seconde, en ook niet één uur – van ten minste twintig woningen die zijn aangesloten op hetzelfde transformatorhuisje of onderstation, bij een koud voorbeeld-klimaatjaar. Wij nemen 1987, waarin het -15 graden werd in de winter, als ijkjaar omdat Stedin dat zo doet. Dit is ook afgestemd met Liander.

Laatste vraag: kijken jullie alleen naar de warmtepomp-strategie?
Marten: “De aanpakken die we nu beschrijven richten zich inderdaad hoofdzakelijk op de individuele elektrische warmtepomp, omdat daar op dit moment de meeste data voor beschikbaar is. Wel kijken we nu al naar de verwachte relevantie van de maatregelen voor individuele warmtepompen, maar dan doorvertaald naar andere warmtestrategieën, zoals collectieve systemen. Onze wens is om in een volgende fase ook inzichten op basis van monitoringsdata van diverse warmtenet-varianten en hybride warmtepomp varianten toe te voegen. Dat is vooral een kwestie van data die nog beschikbaar moet komen.”

Deel dit bericht via social media: