elk® groep treedt toe tot Stroomversnelling
elk® groep heeft in de afgelopen jaren hard gewerkt om het gaafste en meest innovatieve onderhoudsbedrijf van Nederland te worden, en heeft inmiddels een belangrijke positie veroverd in de renovatie- en onderhoudsmarkt. Wijktransformatie is dé discipline waarin elk® voorop wil lopen. Wat is de gedachte achter de groeistrategie van elk® groep? En hoe sluit de focus op wijktransformatie aan op de all electric wijkconcepten die Stroomversnelling de komende jaren gaat uitwerken? We spreken met algemeen directeur Johan Bombach en met Alied Fijen, manager tenders, stakeholders en participatie, én kersvers bestuurslid van Stroomversnelling.
Met 21 vestigingen en 1.200 medewerkers, waaronder 900 vakmensen, is elk® groep inmiddels een serieuze speler op het gebied van onderhoud, renovatie en transformatie van wijken. Ouderwets vakmanschap is één van de pijlers onder het snel groeiende bedrijf.
Op de website van elk® valt te lezen bij de nieuwsberichten dat er regelmatig nieuwe overnames zijn, zoals onlangs weer Bouwbedrijf Huurman uit Leiden.
Johan Bombach: “Het is inderdaad onze strategische visie om groot te worden in het land, maar tegelijkertijd klein te blijven bij de klant. Er worden steeds meer eisen gesteld, en dan heb je een bepaald volume nodig om impact te kunnen maken en mee te blijven doen. Met andere woorden: om jezelf te kunnen blijven ontwikkelen en te innoveren. Als klein bedrijf mis je slagkracht. Daarom is groei voor ons een belangrijke pijler. Ook omdat we rechtstreeks voor opdrachtgevers willen werken, en niet als onderaannemer willen opereren in een markt die afhankelijk is van intermediairs.”
“We vieren dit jaar ons 25-jarig bestaan. In 2000 werd het bedrijf opgericht door Wim van Elk, die bedrijfsleider was bij een schildersbedrijf en zijn vak heel serieus nam. Als onderaannemer ervoer hij vaak geen respect en waardering voor de kwaliteit van zijn werk, en voor zijn passie. Dat is de reden waarom elk® bijna uitsluitend rechtstreeks voor de opdrachtgever werkt. Dat principe zit bij ons diep in de genen. Om die positie te kunnen behouden en uitbouwen heeft Roel van Elk, de zoon van Wim, gekozen voor een groeistrategie. Zo’n zeven jaar geleden zijn we begonnen met het toevoegen van goedlopende familiebedrijven aan de elk® groep.”
Als je het hebt over innovatie, waar denk je dan specifiek aan?
Johan: “Wij richten ons op wijkgericht werken, en op het vastgoed in bestaande wijken. De energie- en materialentransitie is daarbij een belangrijk element: hoe geef je in de toekomst vorm aan wooncomfort, puur op basis van hernieuwbare grondstoffen? Het is aan ons om kennis en kunde daarover in te brengen bij de vastgoedeigenaren met een opgave in bestaande wijken. De afgelopen jaren was het vaak logisch om installaties in de woning belangrijker te maken. Wij hebben een voorkeur voor minder installaties, omdat je dan minder afhankelijkheden creëert. In principe hebben we warmte genoeg: in de aarde, en in de vorm van zonne-energie. De vraag is vooral hoe je het in de toekomst koel houdt in de woning. En de specifieke vraag voor ons is: hoe krijg je dat op wijkniveau voor elkaar? Dat vind ik wel een uitdaging.”
“Tegelijkertijd zien we dat woningcorporaties zich in de wijk vaak vooral richten op het sociaal-maatschappelijke spoor, maar het niet altijd kunnen bijbenen op technisch gebied. En dat terwijl een partij als elk® juist ook tijd kan steken in innovatie en vernieuwing op dat punt. Wij worden op beide aspecten partners in de wijk en we vinden het belangrijk dat we mensen in dienst hebben die echt gevoel hebben bij die wijk. Onze mensen komen binnen bij de huurders, en fungeren als de ogen en oren van een project. Zo word je dus ook op sociaal gebied kennisdrager.”
Maak je ook de sprong naar strategisch overleg met gemeentes over de aanpak van wijken?
Johan: “Dat is uiteraard afhankelijk van de opdracht en van de betrokken partijen, maar het is inmiddels al een paar keer voorgekomen – bij gemeentes die daarvoor openstaan. Ook omdat we een deel van de behoefte aan nieuwe woningen in bestaande wijken kunnen oplossen. We starten met de woningbouwopgave en gaan daarover in gesprek met de corporatie en de gemeente. Daaraan koppelen we de verduurzaming en levensloopbestendigheid van de wijk. En waar nodig gaan we in gesprek met andere stakeholders, zoals het energiebedrijf.”
Alied: “We hebben inderdaad steeds meer met verschillende stakeholders te maken. Veel opdrachtgevers vragen ons of we ze daarmee kunnen helpen. Dat gaat van contact met huurdersverenigingen tot aan gemeentes. Ik zie momenteel in bijna iedere aanvraag dat opdrachtgevers willen weten hoe we dat aanpakken.”
Alied, je bent een paar maanden geleden overgestapt naar elk® groep. Heeft dat ook te maken met de focus van het bedrijf op het wijkniveau en op de bewoner in de wijk?
Alied: “Ja, ik heb zelf inderdaad die sociale drijfveer: je werkt met stenen, maar je maakt het uiteindelijk voor de mensen. Daarnaast is elk® groep een partij die echt vooruit wil, samen met de partners. Dat laatste mis ik nog wel eens bij andere aannemers. Sociale impact willen maken, maar niet echt willen samenwerken. Bij mij wringt dat.”
Johan: “Gelukkig zien wij dat de hele sector de laatste jaren steeds meer bezig is met het organiseren van gezamenlijke belangen. Dat kan soms betekenen dat je – ten gunste van het geheel – kiest voor de een na beste oplossing, met mutual gains.”
Alied, je bent sinds kort ook bestuurslid van Stroomversnelling. Hoe wil je die rol gaan invullen?
Alied: “Om te beginnen is het toekomstbestendig maken van de leefomgeving voor mij persoonlijk een belangrijke drijfveer. Daarnaast ben ik van het organiseren van draagvlak, en van het uitdragen van je boodschap op een effectieve manier. Ik ben kritisch, dus ik hou ervan om door te vragen en oplossingen verder aan te scherpen. De afgelopen jaren heb ik dat vooral gedaan op het sociale vlak in verschillende rollen en functies. En dat is ook een beetje hoe ik mijn rol bij Stroomversnelling zie.”
“Ik geloof in de wijkgerichte aanpak en ik denk dat bestaande wijken er op termijn heel anders uit gaan zien. Denk bijvoorbeeld aan energievoorzieningen. Dat zijn dingen waar mensen aan moeten wennen, en daar moet je ze in meenemen. Kennis delen binnen bestaande en nieuwe netwerken is daarbij een belangrijke voorwaarde. Die visie heeft Stroomversnelling ook, en dat spreekt mij aan. Een andere reden voor mij om bestuurslid te worden is dat ik het gewoon leuk vind om dingen beter te maken en aan de poort te rammelen. En eerlijk gezegd denk ik dat Stroomversnelling dat ook een beetje nodig heeft. Het profiel naar buiten toe mag wat scherper wat mij betreft. En ik vind ook wel dat er een vrouw nodig is in een bestuur met alleen mannen. Vandaar dat ik ja heb gezegd.”
Johan: “Ik vind de nieuwe focus van Stroomversnelling op de elektrificatie van wijken heel interessant, want die sluit voor een belangrijk deel aan op ons werkterrein en op onze strategische visie. We moeten op dat punt nieuwe kennis ontwikkelen en nieuwe verbindingen maken. Een organisatie als Stroomversnelling kan ons en de sector daar goed bij helpen. Als wij op dat punt échte innovatie zien, dan willen we ook mee vooroplopen.”
Alied: “Ik heb deelgenomen aan een Stroomversnelling ontwikkeltafel over all electric wijkconcepten. Niet zozeer over de technische kant, maar meer wat het doet met beeldkwaliteit, leefbaarheid en beleving. En dus met mensen. Dat aspect is net zo belangrijk, ook in de gesprekken met bewoners: je ontwerpt het uiteindelijk samen. De vraag is hoe je dat aanpakt. Je moet per casus bijvoorbeeld nadenken over je huidige en je toekomstige stakeholders. Die laatste groep vergeten we vaak, maar dat zijn wel de bewoners van de toekomst. Als je een meer gemengde discussie hebt, vanuit huidige en toekomstige belanghebbenden, kom je tot de beste oplossingen voor de wijk. En dat is waar we voor gaan.”