Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

Energiezuinig én circulair renoveren: wat is er nu al mogelijk?


Vijfenvijftig procent CO2-reductie, en daarnaast ook de reductie van primair grondstoffengebruik vanaf 2030. En dan in 2050 volledig circulair en CO2-neutraal bouwen. Het zijn pittige ambities, waarmee de vastgoedsector nu al aan de slag moet. Wat zijn de kansen en uitdagingen als je ‘circulair’ en energiezuinig wil combineren in de  woningbouw? En wat gaat dit concreet betekenen voor renovatie- en nieuwbouwconcepten
?

Circulaire nul-op-de-meter woningen bouwen. Het gebeurt nog niet vaak, maar Woonstichting ‘thuis, Hendriks Coppelmans Bouwgroep en ‘urban miner’ New Horizon lieten eerder dit jaar in Waalre zien wat er nu al mogelijk is. Het recept voor succes: een opdrachtgever met stevige circulaire ambities en een bouwteam met een ‘het kan wél-mentaliteit’.

Ook Bouwgroep Dijkstra Draisma is een koploper op het gebied van circulaire energiezuinige concepten. Het verhaal van het lisdoddeveld doet het inmiddels goed in de media. En terecht! Een industriële bouwer die zijn eigen isolatiemateriaal laat verbouwen door lokale boeren, dat hadden we nog niet eerder gezien. Een prachtige innovatie die scoort op iedere relevante meetlat: van CO2 en NOx tot biodiversiteit.

Nog een mooi voorbeeld, maar dan uit de renovatie-hoek: Dura Vermeer, Barli en de TU Delft werken samen aan een circulaire prefab renovatieschil: een warme jas die bestaande rijtjeswoningen energieneutraal maakt, maar dan met een zo laag mogelijke milieu-impact, gedurende de hele levensloop van het product.

Renovatieconcept optimaliseren
Een renovatieconcept is een samenhangend pakket van maatregelen die de energievraag van een woning verminderen, en ook voor opwek van duurzame energie zorgen. Denk aan isolatie en het plaatsen van nieuwe installaties. Zulke maatregelen dragen bij aan een CO2 neutraal 2050, maar hoe zit het met de doelen die al gesteld worden voor 2030? Tijdens het productieproces van de huidige (isolatie)materialen en installaties wordt immers CO2-uitstoot veroorzaakt. Zonnepanelen blijken wat dat betreft de elephant in the room te zijn. De initiële milieu-impact hiervan lijkt groot, maar door de opwek van duurzame energie wordt er over de gehele levensloop toch nog veel bespaard.

Méér circulaire materialen toepassen is dé manier om in ieder geval een deel van dit complexe probleem verder aan te pakken. In opdracht van Topsector Energie heeft Stroomversnelling onderzocht wat de kansen en knelpunten zijn voor CO2-neutrale renovatieconcepten. Dit heeft allerlei concrete inzichten opgeleverd, zoals een overzicht van materialen die je nu al kunt gebruiken om je renovatieconcept te optimaliseren.

Download: Circulaire materialen als essentieel ingrediënt voor de energietransitie – Kansen en knelpunten bij CO2-neutrale renovatieconcepten – Stroomversnelling i.o.v. Topsector Energie.

Handreiking voor marktpartijen
Ambitieuze marktpartijen, die de CO2-uitstoot van hun renovatieconcepten zo snel mogelijk willen verminderen, hebben nog niet veel bewegingsruimte. Enerzijds is dat onbevredigend, anderzijds wordt de keuzestress zo verminderd. In de bijlages van het bovenstaande rapport vinden marktpartijen een overzicht van circulaire bouwmaterialen, zowel bouwdelen als installaties. Per bouwdeel wordt een inschatting gegeven van de potentiële CO2-reductie. Die schatting is gebaseerd op de besparing in het productieproces ten opzichte van gangbare materialen. (Door een tekort aan data kon voor installaties deze inschatting niet per materiaal gemaakt worden).

23 knelpunten
Lisa van Welie is één van de hoofdauteurs van het rapport. Zij heeft niet alleen naar circulair materiaalgebruik gekeken, maar ook naar de condities in de markt. Die zijn vooralsnog niet echt gunstig te noemen. Lisa geeft tekst en uitleg bij de bevindingen:

In het rapport worden maar liefst 23 knelpunten opgesomd waar marktpartijen tegenaan lopen, en waar zij samen met beleidsmakers mee aan de slag zouden moeten.

“Er zijn inderdaad veel knelpunten gesignaleerd, maar aan de andere kant vond ik het wél heel positief om te zien dat circulariteit en biobased materiaalgebruik inmiddels echt leeft in de sector. Er zijn nu veel meer partijen met de wil en de bereidheid om aan de slag te gaan. Dat is een verschil met twee jaar geleden, toen de energietransitie nog alle aandacht vroeg.

Wat je in deze fase nog wél ziet is dat er vanuit verschillende perspectieven naar het onderwerp wordt gekeken, waardoor je eerder het risico loopt dat je langs elkaar heen praat. Dat komt ook door de diffuusheid en complexiteit van het begrip ‘circulair’. Er is immers geen officiële definitie of een eenduidig meetsysteem dat echt houvast geeft. Zo denkt de ene partij bijvoorbeeld na over hoe je op termijn meer biobased materialen zou kunnen verbouwen in Nederland, zonder dat dit ten koste gaat van de landbouw, terwijl de ander het liefst morgen al aan de slag gaat met materialen die nu grootschalig beschikbaar zijn Of je krijgt discussies over technische aspecten, zoals de isolatiewaarde van biobased materialen en wat er precies nodig of wenselijk is op dat punt. En dan heb je ook nog de partijen die wél zeggen dat ze aan de slag willen, maar toch een beetje blijven steken in de theorie. Want als het zo complex, is waar begin je dan?  De MPG is wat dat betreft ook vrij beperkt. En niet onbelangrijk: een producent is zelf verantwoordelijk voor z’n LCA. Typisch een geval van de slager die z’n eigen vlees keurt. En dan heb je bovendien nog de gevestigde belangen van bijvoorbeeld de betonindustrie. Daar worden dan opeens berekeningen gemaakt waaruit zou blijken dat beton ‘circulairder’ is dan hout.”

Het ‘biobased-manifest’ van Norbert Schotte (VORM) en de zijnen heeft flink wat stof doen opwaaien in Den Haag. Dit soort actiebereidheid moet toch wel een positief langetermijn effect hebben?

“Wetgeving wordt in het onderzoek inderdaad als één van de belangrijkste knelpunten genoemd, als in: ik wil wat, maar door bestaande regels lukt het me gewoon niet. Wetgeving is echter niet het enige obstakel, want er zal ook marktvraag moeten komen, zodat er opschaling kan plaatsvinden, zodat producten goedkoper worden en er ook meer leveringszekerheid ontstaat. Dat zijn dus verschillende bewegingen, die tegelijkertijd naast elkaar moeten plaatsvinden, waar wetgeving uiteraard wel een push in de juiste richting kan geven. Als het bijvoorbeeld concreet gaat om industriële productie van biobased materialen zien we nu de eerste bewegingen, zoals bij Dijkstra Draisma met het verbouwen van lisdodde, maar dat zijn nog wel echt koplopersinitiatieven. Het zal nog even duren voordat dit soort initiatieven breder worden opgepikt.”

Een ander probleem dat je beschrijft in het rapport is dat er op het gebied van installaties nog vrij weinig kan?

“Klopt, en dan heb je het toch al gauw over 60% van de CO2-uitstoot. Maar ik zou willen benadrukken dat er ook al veel wél kan. Met de 30 tot 40% die in de bouwdelen zit kun je nu al aan de slag, even los van issues als opschaling. Er zijn al materialen beschikbaar, maar die worden nog niet toegepast en dat is gewoon heel jammer In de knelpunten die we opsommmen wordt dan ook wel weer duidelijk waarom dit zo is. Maar de 60% die vertegenwoordigd wordt door installaties, daar kan inderdaad nog niet veel op dit moment. Voor mij is dat de belangrijkste conclusie van het rapport. En daar ligt dus een taak voor Stroomversnelling, en voor andere organisaties die zich hiermee bezig houden. We moeten ervoor gaan zorgen dat daar over een paar jaar ook meer mogelijk is.”

Jullie hebben heel veel knelpunten gesignaleerd. Is er een punt dat je eruit zou willen lichten?

“Wat je ziet is dat de energietransitie en de circulaire transitie het elkaar niet makkelijk maken. De frictie tussen BENG, TOjuli en MPG bijvoorbeeld, als je een houten gebouw wil neerzetten of zonnepanelen wil toepassen. Dat leidt ertoe dat een project ofwel vanuit de energietransitie ofwel circulair wordt aangevlogen. Gelukkig zijn er steeds meer voorbeelden van hoe het wél samen kan gaan, maar al met al zijn het er nog niet veel.”


Aanbevelingen uit het onderzoek

Het onderzoek doet vijf aanbevelingen om de toepassing van circulaire maatregelen in de energietransitie op grote schaal te stimuleren:

  • Maak wetgeving die circulair werken ondersteunt en beloont, bijvoorbeeld door aanpassing van de LCA, MPG en BENG.
  • Houd het niet bij de focus op ambities en doelstellingen, maar specificeer de speelruimte waarbinnen de circulaire transitie gerealiseerd kan worden én maak de voortgang naar het einddoel meetbaar.
  • Verlaag de instapdrempel voor nieuwe circulaire producten door het aanpassen en aanvullen van de beoordelingscriteria en testmethoden zodat de prestaties van circulaire materialen beter getoetst kunnen worden. Financiële ondersteuning voor certificeren en de uitvoering van een LCA kan de instapdrempel voor nieuwe (circulaire) producten op de markt verder verlagen.
  • Er moet marktvraag gecreëerd worden zodat alternatieven opgeschaald kunnen worden en de kostprijs daalt. Een dwingend kader is hierbij het meest effectief, maar er kunnen al stappen gezet worden door grote afnemers van bouwmaterialen, zoals de industriële bouwers, te koppelen aan partijen die bio-based materialen produceren en aanbieden.
  • De hele keten moet kennis en ervaring opdoen en gewend raken aan de nieuwe circulaire manier van werken. Het is daarom belangrijk dat partijen stappen blijven zetten die nu al binnen de bestaande spelregels mogelijk zijn zodat zij hun rol en verantwoordelijkheid helder krijgen en samen de circulaire keten vorm kunnen geven.

Download: Circulaire materialen als essentieel ingrediënt voor de energietransitie – Kansen en knelpunten bij CO2-neutrale renovatieconcepten – Stroomversnelling i.o.v. Topsector Energie.

Tekst: Anton Coops
Beeld: Hendriks Coppelmans Bouwgroep, Bouwgroep Dijkstra Draisma

Deel dit bericht via social media: