Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

Navigeren op de achteruitkijkspiegel

Historisch onderzoek naar nieuwe isolatiestandaard

Wat kunnen we leren van 10 jaar pionieren met energetische renovaties, zodat we de komende 30 jaar met vertrouwen tegemoet kunnen gaan? Er is al heel wat ervaring opgedaan met het verbeteren van de bestaande woningvoorraad, maar we kijken nog niet vaak terug naar wat we in het verleden hebben bereikt, stelt Sjoerd Klijn Velderman (Stroomversnelling).

Aedes, Stroomversnelling en het ministerie van BZK overleggen momenteel over een nieuw onderzoeksprogramma, dat twee jaar lang gaat monitoren hoe de Standaard en streefwaarden in de praktijk presteren. De onderliggende vraag is of we in 2050 voldoende CO2-reductie hebben gerealiseerd in de gebouwde omgeving, als we voortaan uitgaan van het isolatieniveau van ‘De Standaard’.

Dit nieuwe onderzoeksprogramma zal gericht zijn op monitoring van nieuwe projecten, en de uitkomsten zullen dus nog even op zich laten wachten. Maar in de tussentijd hoeven we niet op onze handen te zitten, want na 10 jaar energietransitie in de gebouwde omgeving is er een forse hoeveelheid monitoringdata beschikbaar waar je allerlei praktische inzichten uit kunt peuren. Sjoerd Klijn Velderman is alvast begonnen met een historisch onderzoek naar de prestaties van bestaande gerenoveerde woningen, die nu al voldoen aan de Standaard en Streefwaarden.

Hoe ga je dit historisch onderzoek precies uitvoeren?
“Als Stroomversnelling hebben we berekend dat renoveren naar de Standaard weinig extra CO2-reductie oplevert ten opzichte van de label B-renovaties die we al 20 jaar doen. Als je dan dus even achterom kijkt kun je zo’n 20 jaar terug in de tijd kijken, naar woningen die nu al voldoen aan de Standaard. Die woningen worden lang niet allemaal gemonitord, maar sinds een jaar of 8 hebben we wél de slimme meter. Dus als je bijvoorbeeld naar woningen kijkt die in de afgelopen vijf jaar zijn gerenoveerd naar wat we nu de Standaard gaan noemen, dan kun je de gegevens uit de periode voor de ingreep en na de ingreep met elkaar vergelijken. Zo kun je snel een analyse maken op basis van enkele duizenden woningen die voldoen aan de Standaard, want 20% van de woningen van corporaties voldoet daar nu al aan.”

“Concreet gaan we in dit historisch onderzoek kijken naar complexen die in de afgelopen vijf jaar  – door verschillende woningcorporaties – zijn gerenoveerd. Het gaat om complexen waar we gericht kunnen kijken naar de energetische ingrepen die er hebben plaatsgevonden. Vervolgens vergelijken we per woning de energievraag voor en na de renovatie, en we zetten binnen een complex de onderlinge resultaten tegen elkaar af.”


“We proberen zo veel mogelijk verschillende typologieën mee te nemen om te kunnen beoordelen in welke situaties de Standaard goed of juist minder goed presteert. Ik zou me bijvoorbeeld kunnen voorstellen dat voor rijwoningen de Standaard voldoende is om de onderliggende beleidsdoelstellingen te halen, en dat dit bij hoogbouw juist niet het geval is. Dat is de reden waarom we voor dit onderzoek ook gebruik maken van allerlei data uit de Aedes Benchmark-database. Dat geeft een breder inzicht in de effecten voor verschillende typologieën.”

We weten dat het gedrag van bewoners nogal wat uitmaakt voor de hoogte van de energierekening en de bijbehorende CO2 footprint. Hoe ga je daarmee om?
“Dat is – vind ik zelf – het aardige van dit onderzoek. Door monitoring van energieverbruik weten we inmiddels dat er tot een factor 8 verschil kan zitten in het individuele energieverbruik van bewoners bij eenzelfde type ‘slecht geïsoleerde’ woning. Dat is dus een enorme spreiding. Maar bij NOM-woningen loopt die spreiding terug naar ongeveer een factor 3. De invloed van gebruikersgedrag wordt dus stukken kleiner naarmate een woning beter geïsoleerd is. Doordat we goed weten hoe dit werkt bij nul-op-de-meter is het nu ook mogelijk om te extrapoleren wat de stap is die je maakt in energiebesparing nadat een woning voldoet aan de Standaard, en wat vervolgens de spreiding is tussen verschillende typen bewoners. Het interessante hiervan is dus dat je beter kunt inschatten hoeveel bewoners door hun individuele gedrag nog risico lopen om meer energie te verbruiken dan je ongeveer beoogt met de Standaard.”

“Je wil dat je hele woningvoorraad voldoet aan datgene wat je met je beleidsdoelstellingen beoogt, maar je wil ook – en dat is de afgelopen maanden nog een stuk urgenter geworden – dat huurders minder afhankelijk worden van de kwaliteit van hun woning. Als je die afhankelijkheid omlaag kunt brengen door iets beter je best te doen in de aanpak, en als je dat ook in je beleidsdoelstellingen verankert, dan kan dat een heel waardevolle aanvulling zijn op de Standaard. Dat is een punt waar ik op zal inzoomen bij dit onderzoek. Daarnaast zijn er ook subdoelen; je wil bijvoorbeeld zeker weten dat woningen op termijn kunnen overschakelen naar een duurzame warmtebron.”

Wanneer begint dit historische onderzoek?
“We zijn inmiddels begonnen met het verzamelen van informatie. We verwachten dat we de resultaten en conclusies over een maand op papier hebben.”

Deel dit bericht via social media: