Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

Robin Paalvast over eerste 100 dagen als voorzitter Stroomversnelling

Robin Paalvast heeft begin dit jaar bij Stroomversnelling de voorzittershamer overgenomen van Leen van Dijke. We zijn benieuwd naar zijn eerste indrukken. Wat is zijn visie op de stand van zaken binnen de energietransitie? Welke koers wil hij inslaan met de Vereniging Stroomversnelling?

Je hebt in je eerste 100 dagen als voorzitter een tour gemaakt langs een aantal partijen die de Nederlandse energietransitie handen en voeten geven, zoals de betrokken ministeries, en uiteraard ook verschillende Stroomversnelling lidorganisaties. Wat wil je daarover kwijt?
“Bij de bezoeken aan de ministeries zag ik op de eerste plaats dat iedereen hard aan het werk is, bijvoorbeeld met wetgeving en subsidies. Maar je ziet ook dat de energietransitie echt een veelkoppig monster is. Bij de verschillende departementen leeft niet altijd dezelfde gedachte over wat de beste aanpak is. Bij het Rijk is het nog steeds zoeken naar de juiste weg.”

“En ook onze leden hebben verschillende beelden bij de juiste aanpak: iedereen heeft zijn eigen knelpunt of vraagstuk. Daar zit niet noodzakelijk een lijn in, anders dan dat al die verschillende problemen gerelateerd zijn aan de verduurzamingsopgave. Je hebt dus te maken met een veelheid aan onderwerpen en perspectieven – bijna een allegaartje als je niet uitkijkt – en het is niet bij voorbaat gezegd dat alle puzzelstukjes die we op dit moment hebben geïdentificeerd, bij elkaar ook het geheel vormen van de complexe puzzel die we uiteindelijk samen moeten oplossen.”

“Waar de één bijvoorbeeld de doelstelling heeft om EFG-labels weg te werken, wil de ander tempo maken door te kiezen voor een warmtenet als duurzame warmtebron. Maar een warmtenet is voor de eindgebruiker financieel gezien niet noodzakelijk de beste oplossing. En daar komt bij dat sommige oplossingen in principe vrij snel kunnen worden gerealiseerd, maar dat het nog maar de vraag is of snelle oplossingen ook de beste oplossingen zijn op de lange termijn. Een lucht-lucht warmtepomp lijkt op zich een vrij gemakkelijke oplossing, maar wat doet dat met de netcongestie? Daar zijn wel wat algemene beelden bij, maar vaak is er gewoon nog niet genoeg kennis. Kortom: we weten dat we bepaalde dingen nog niet weten, en een ander probleem is dat iedereen primair verantwoordelijk is voor z’n eigen puzzelstukje, en niet noodzakelijk voor de hele puzzel.”

Als je nu rondkijkt in Nederland, dan zie je dat veel mensen zich achter een bepaalde oplossing scharen vanuit een individuele overtuiging, en niet per sé omdat ze het geheel goed kunnen overzien.

“Als je nu rondkijkt in Nederland, dan zie je dat veel mensen zich achter een bepaalde oplossing scharen vanuit een individuele overtuiging, en niet per sé omdat ze het geheel goed kunnen overzien. Stroomversnelling had dat in de beginjaren natuurlijk ook met het nul-op-de-meter concept – wat uiteindelijk niet het succes is geworden wat we gehoopt hadden. Maar als organisatie hebben we veel geleerd van de praktijkervaringen met het NOM-concept. Onze blik is, mede daardoor, verbreed.”

Ligt de verantwoordelijkheid voor meer regie en integraliteit primair bij het Rijk, of moeten alle betrokken partijen, gezien de complexiteit, meer gaan polderen om tot oplossingen te komen?
“Het is niet zo dat de ministeries per definitie de partijen zijn die het beste weten wat er in de praktijk speelt. Zij kunnen beleidsstukken schrijven en instrumenten ontwikkelen, maar daarbij zijn ze sterk afhankelijk van enerzijds de input vanuit het veld en anderzijds de politiek. De leden van Stroomversnelling hebben op dat punt een belangrijke rol te vervullen, want onze vereniging bestaat uit een diverse groep van koplopers die vrijwel het hele spectrum bestrijkt, van gemeenten en woningcorporaties tot bouwers en toeleveranciers.”

“Je hebt de overheid wél nodig als onafhankelijke partij die de regie kan voeren, of dat nou landelijk, provinciaal of gemeentelijk is. Dat wil niet zeggen dat die regisseur alwetend is. Primair moet de regisseur met een onafhankelijke pet op de partijen bij elkaar brengen.”

Denk je dat Stroomversnelling ook een club is die partijen bij elkaar brengt?
“Ja, maar wij willen er wél daadwerkelijk voor zorgen dat toekomstige generaties ook nog plezierig kunnen wonen en leven in Nederland. Stroomversnelling vindt dat je daarvoor de lat hoog moeten leggen: prestatiegericht, dus bijvoorbeeld op basis van standaarden, monitoringdata et cetera. Anders wordt het wettelijk toegestane minimum al snel het nieuwe normaal. En we denken zelfs dat een energietransitie met hoge ambitie woonlastenneutraal kan, als we maar de juiste condities weten te creëren. Wij nemen dan ook geen genoegen met een onsje minder als het gaat om de afspraken uit het Klimaatakkoord. Met andere woorden: Stroomversnelling brengt partijen bij elkaar om de nationale ambitie voor 2050 echt te realiseren. En op dat punt leggen wij de lat hoog.”

“Als het gaat om het leggen van verbanden zijn wij wat minder de proces-verbinder, en wat meer een ontwikkelaar van nieuwe concepten. Wij bedenken slimme oplossingen voor veel voorkomende problemen en we creëren randvoorwaarden die helpen om de energietransitie te versnellen.”

Ik denk vooral dat voor de huidige Stroomversnelling NOM niet meer gezichtsbepalend is. Dat is wél waar de meeste mensen Stroomversnelling nog van kennen. Met de realiteit van vandaag de dag is het tijd voor nieuwe concepten, waarbij de ervaring die we met NOM opgedaan hebben, heel waardevol is.


Betekent een nieuwe voorzitter ook een nieuwe koers voor Stroomversnelling?
“Ik denk vooral dat voor de huidige Stroomversnelling NOM niet meer gezichtsbepalend is. Dat is wél waar de meeste mensen Stroomversnelling nog van kennen. Met de realiteit van vandaag de dag is het tijd voor nieuwe concepten, waarbij de ervaring die we met NOM opgedaan hebben, heel waardevol is. Wij focussen op de bestaande voorraad, het bezit van de woningcorporaties, VvE’s en particulieren, waarvoor momenteel heel veel verschillende aanpakken worden bedacht. Je ziet helaas té vaak dat men voor zijn eigen situatie het wiel opnieuw aan het uitvinden is, met als risico dat er straks heel veel verschillende oplossingen worden ontwikkeld, wat gewoon niet handig is als je meer met prefab uit de fabriek wil gaan werken. Stroomversnelling en haar leden hebben inmiddels de kennis en ervaring in huis om slimme standaardoplossingen te bedenken voor allerlei veel voorkomende situaties, op basis van all electric én collectieve warmte, in de vorm van breed toepasbare concepten, waar de afnemer straks ook garantie op kan krijgen. Het ontwikkelen van nieuwe concepten gaan we uiteraard samen met onze leden doen. Je gaat een nieuw concept niet ontwikkelen in splendid isolation. Bouwers, woningcorporaties en gemeenten moeten zeggen: daar ga ik voor!.”

Stroomversnelling is inmiddels ook alweer een aantal jaren betrokken bij het programma Verbouwstromen. Hoe kijk je daar tegenaan?
Verbouwstromen is een krachtige organisatie, met veel uitvoeringscapaciteit. Dankzij dit samenwerkingsverband kunnen we heel goed sprintjes trekken in de uitvoering en voeling houden met praktijkproblemen die aan de oppervlakte komen bij opschalingsinitiatieven. De subsidies die door Verbouwstromen zijn ontwikkeld helpen echt om de juiste voorwaarden te creëren voor opschaling, maar uiteindelijk zie ik Verbouwstromen primair als een uitvoeringsorganisatie – bij wijze van spreken een soort RVO maar dan van BZK – en minder als agenda-settende organisatie.”

Hoewel uit opinie-onderzoeken blijkt dat de meerderheid van de Nederlanders zich zorgen maakt over klimaatverandering, en een steeds grotere groep ook daadwerkelijk investeert in verduurzaming van hun woning, zie je tegelijkertijd de weerstand tegen de energietransitie groeien. Recentelijk met name als het gaat om kosten van warmtenetten. Waar Stroomversnelling zegt dat het nog lang niet snel genoeg gaat met de energietransitie, zeggen sommige politici nu precies het tegenovergestelde.
“Ik denk dat er bij veel mensen in het land vooral zorg is over de vraag of ze die draai kunnen maken, die hen in zekere zin wordt opgelegd. Een transitie is iets waarvan je niet precies weet waar je uit gaat komen, dat is altijd spannend. En er zijn veel mensen die niet breed bij kas zitten en een onverwachte financiële klap niet kunnen opvangen. Bovendien komt er nog veel meer op ons af dan alleen de energietransitie, waardoor mensen zich op een gegeven moment afvragen: kan ik dit nog wel schaffen? Daarom denk ik dat we de financieel zwakkeren in de samenleving de zekerheid moeten geven dat het wél kan, en dat we niet het onmogelijke van ze vragen. Een rechtvaardige energietransitie houdt op de eerste plaats in dat mensen met een laag inkomen straks niet de klos zijn. Dat zou een no go zijn wat mij betreft.

“Als er daardoor in de politiek een sfeer ontstaat van ‘doe maar even een onsje minder’ kunnen de ambities van Stroomversnelling onder druk komen te staan. Daar moet je niet blind voor zijn, maar tegelijkertijd denk ik dat de meeste partijen inmiddels wel beseffen dat er, gezien de instabiliteit in bijvoorbeeld Oekraïne en het Midden-Oosten, zomaar weer een nieuwe energiecrisis kan komen. Als dat onverhoopt gebeurt wordt de totale rekening voor ons land stukken hoger. Met een aardgasvrije, goed geïsoleerde woning ben je véél minder kwetsbaar voor bewegingen op de internationale energiemarkt dan wanneer je afhankelijk bent van fossiele brandstof.”

Waardoor was je nou het meest verrast tijdens je eerste 100 dagen bij Stroomversnelling?

“De combinatie van de diepgaande inhoudelijke kennis die Stroomversnellers hebben, en hun collectieve gedrevenheid en bevlogenheid als het gaat om de energietransitie. Ik ken Stroomversnelling al een tijdje, maar dat was voor mij echt opvallend.”

Laatste vraag: wie is jouw voorbeeld, of zelfs jouw held als het gaat om de energietransitie?
“Dat is niet zo moeilijk: Leen van Dijke. Hij liep op de troepen vooruit met nul-op-de-meter, terwijl iedereen zei: ‘dat kan niet’. Maar Leen is gewoon doorgegaan, en het kon wél. De les die ik daaruit trek is dat je je niet moet laten afschrikken door wat er nu zogenaamd niet kan. Er is veel mogelijk met innovatie en opschaling. Aan het begin van een transitie loopt het nooit gesmeerd, je hebt niet meteen de juiste oplossing in handen. De kinderziektes moeten er eerst uit. Leen heeft in die eerste fase van de transitie dankzij zijn doorzettingsvermogen én zijn visie heel veel bereikt.”

Deel dit bericht via social media: