Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

RvS: Mi­nis­ter had Ge­drags­co­de Natuurinclusief Renoveren niet mogen goedkeuren

RvS stelt wél dat een verbeterde code mogelijk is

De Raad van State oordeelde vandaag dat de Gedragscode Natuurinclusief Renoveren in zijn huidige vorm te onduidelijk is. Aan de hand van de informatie in de gedragscode kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat wordt voldaan aan de eisen die de Wet natuurbescherming en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn stellen. De minister had daarom de Gedragscode niet mogen goedkeuren. Hiermee komt de hoogste algemene bestuursrechter tot een ander oordeel dan de rechtbank Noord-Holland in november 2018. De Raad van State vernietigt de eerdere uitspraak en het goedkeuringsbesluit van de minister.

De volledige uitspraak van de Raad van State is hier te vinden. Stroomversnelling is uiteraard zeer teleurgesteld. Deze uitspraak heeft immers grote gevolgen voor de snelheid waarmee de verduurzaming van de gebouwde omgeving kan plaatsvinden. Er moet nu weer met individuele ontheffingen worden gewerkt; dit leidt tot significante vertragingen en veel onvoorspelbaarheden in het productieproces. Dat is fnuikend voor industrialisatie en opschaling van de verduurzamingsopgave. Vasthouden aan het oude systeem van ontheffingsverleningstrajecten is wat Stroomversnelling betreft geen optie.

Er is alle reden voor Stroomversnelling om nu snel in overleg te gaan met de ministeries LNV en BZK over het aanpassen van de gedragscode. De uitspraak biedt hiervoor voldoende aanknopingspunten. De Raad van State stelt dat het instrument van de gedragscode in het algemeen wél kan worden gebruikt voor handelingen die worden verricht in het kader van NOM-renovaties. Maar dan moet beter dan in de huidige gedragscode worden geborgd dat wordt voldaan aan de eisen uit de Wet natuurbescherming en aan de eisen die voortvloeien uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn.

Voor de bouwers die op dit moment al met de gedragscode werken moet bovendien naar alternatieve routes worden gezocht, want de gedragscode is per vandaag niet van kracht. Ook hierover zal Stroomversnelling met de ministeries van LNV en BZK in gesprek gaan. In de tussentijd ondersteunt Stroomversnelling de bouwers die gedupeerd zijn door deze uitspraak omdat projecten stil komen te liggen en/of uitgesteld moeten worden.

Toelichting uitspraak
De Raad van State publiceerde deze toelichting: “Het instrument van de gedragscode kan naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak in het algemeen wél worden gebruikt voor handelingen die worden verricht in het kader van NOM-renovaties. Maar dan moet deze voldoen aan de eisen uit de Wet natuurbescherming en aan de eisen die voortvloeien uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Die eisen stellen voorwaarden aan handelingen die schade kunnen toebrengen aan dieren, om de biodiversiteit te waarborgen. Die eisen gaan niet zover dat NOM-renovaties op geen enkele manier ten koste mogen gaan van beschermde dieren. Wel komen deze eisen in de kern erop neer dat bij renovaties de instandhouding van beschermde diersoorten op de lange termijn moet zijn gewaarborgd. En dat is met de werkwijze in deze gedragscode niet zeker. De gedragscode heeft betrekking op tussen de 50.000 en 200.000 renovaties, terwijl bijvoorbeeld geen inschatting voorhanden is van het aantal voortplantings- en rustplaatsen van vleermuizen dat zal worden vernield door de handelingen die onder reikwijdte van de gedragscode vallen. Ook biedt de gedragscode geen zicht op de gevolgen op het niveau van lokale populaties vleermuizen en dus ook niet op het cumulatieve effect van de renovaties op de staat van instandhouding van de populaties.”

De Stichting Ecologisch Vleermuis Onderzoek Nederland en Stichting Witte Mus waren tegen de goedkeuring van de gedragscode in beroep gekomen bij de bestuursrechter. Zij twijfelen niet aan de bijdrage die NOM-renovaties kunnen leveren aan het tegengaan van klimaatverandering, maar zij vinden dat de manier waarop de gedragscode is vormgegeven de vleermuis- en huismuspopulaties onvoldoende beschermt in hun voortbestaan. De minister had volgens hen de gedragscode niet in deze vorm mogen goedkeuren. De Afdeling bestuursrechtspraak stelt de natuurorganisaties in hoger beroep nu in het gelijk.

Deel dit bericht via social media: