Stroomversnelling: “Economische basis voor energietransitie verslechtert”
Stroomversnelling typeert de richting die het kabinet inslaat met de energietransitie als “zorgelijk”. Belangrijkste punt van kritiek op het vorige week gepresenteerde regeerprogramma: de business case voor de verduurzaming van woningen zal verslechteren. Daarnaast ontbreekt een lange termijn strategie voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Zo’n strategie zou meer aandacht moeten geven aan all electric wijken.
Het kabinet-Schoof presenteerde op vrijdag 13 september haar regeerprogramma. Stroomversnelling geeft hierbij een eerste reactie. Voorzitter Robin Paalvast, directeur Ivo Opstelten en programmamanager Nationaal en Regionaal Beleid Klaas Vegter bespreken gedrieën wat hen opvalt aan het programma zoals het er nu ligt.
Robin Paalvast: “Over het algemeen is er een verschuiving zichtbaar van idealistische klimaatambities naar pragmatische keuzes. Zo moet de energietransitie vooral een bijdrage leveren aan de bestaanszekerheid, energieonafhankelijkheid en concurrentievermogen. Klimaatdoelen zijn mooi maar het moet betaalbaar blijven, lijkt het devies te zijn. Haalbaar is een ander verhaal. Op onderdelen wordt er wél afgerekend met het vorige kabinetsbeleid, maar er worden geen nieuwe oplossingen aangereikt voor de toekomst.”
Economische basis verslechtert
Ivo Opstelten: “De economische basis voor verduurzaming van woningen en gebouwen is slechter geworden met dit regeerprogramma. Onder andere doordat de energiebelasting op aardgas wordt verlaagd, terwijl onduidelijk is wat er met subsidies gebeurt. De salderingsregeling wordt niet afgebouwd maar in één keer afgeschaft, zonder dat we weten of er iets voor in de plaats komt. Dit raakt huiseigenaren en verhuurders, en dat is een serieus punt van zorg. Het is overigens niet zo dat het risico op energiearmoede wordt vergroot, want voor de meest kwetsbare groep zijn speciale maatregelen aangekondigd. Het kan dus best zijn dat energiearmoede dankzij rijkssteun een tijd uit beeld verdwijnt, maar als de verduurzaming niet doorzet dan verschuiven we dat probleem naar de toekomst, terwijl investeren in verduurzaming minder snel rendabel zal worden.”
“In grote lijnen beschikt het kabinet over drie typen instrumenten: normeren, subsidiëren en beprijzen. Qua normering wordt er niet aangescherpt, maar juist afgezwakt. Beprijzen is teruggedraaid: de economische basis gaat dus achteruit. In de huursector kan de Energieprestatievergoeding (EPV) een stukje van de puzzel oplossen, maar de afschaffing van saldering zal ook verdisconteerd moeten worden. In de koopsector zijn vrijwel alle economische incentives voor verduurzaming verminderd. Daarom kunnen wij – met het PBL – stellen dat voor de gebouwde omgeving op deze manier de doelen waarschijnlijk niet gehaald kunnen worden. Verder zegt het kabinet dat eventuele wetgeving voortkomend uit de EPBD nog een plek moet krijgen. Ook dat wordt een stevige kluif.”
Lange termijn visie
Klaas Vegter: “Het kabinet stelt: als we de huidige doelen op deze manier niet halen komen we alsnog met aanvullend beleid. Die aanpak heeft een beetje een ad hoc karakter. Waarschijnlijk zal met een aantal noodgrepen alsnog geprobeerd worden om de doelen te bereiken. Persoonlijk mis ik in dit regeerakkoord vooral een lange termijn visie op de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Zo ontbreekt er bijvoorbeeld een visie op de financieringsuitdaging die woningcorporaties krijgen als ze de verduurzamingsaantallen uit de prestatieafspraken gaan uitvoeren. En ook wat betreft de verduurzaming van koopwoningen, waarbij normering verdwijnt maar niet gesproken wordt over ontzorging, zie ik het persoonlijk vrij somber in met dit beleid. Hetzelfde geldt voor de beschikbare arbeidscapaciteit en het daarmee samenhangende thema industrialisatie, in ieder geval als het gaat om de bestaande bouw. Kortom: een aantal belangrijke vraagstukken die aangepakt moeten worden om de lange termijn doelen te behalen, blijven wat mij betreft té onduidelijk. Anderzijds zijn we wél blij met de aangekondiging van het kabinet dat de besluitvorming rond verduurzaming van VvE’s vereenvoudigd wordt.”
Meer aandacht voor all electric oplossingen
Ivo Opstelten: “Over de lange termijn gesproken: we zien nu dat er voor de warmtetransitie vooral wordt ingezet op warmtenetten, en dat bij de all electric route vooral de actuele uitdaging van netcongestie wordt benadrukt, zonder daarbij een perspectief te bieden. Als Stroomversnelling willen we ons de komende jaren hard maken voor de oplossingen die ons verder helpen met elektrificatie. Bijvoorbeeld doordat we een all electric wijkconcept gaan ontwikkelen. Daarvoor zullen we onder andere gebruik maken van een recent opgebouwde database met zeer gedetailleerde monitoringgegevens, die duidelijkheid geeft over de vraag onder welke condities je wél kunt elektrificeren, zonder dat dit tot netcongestie leidt.”
Klaas Vegter: “We weten nu al dat 60 tot 70 procent van de gebouwde omgeving niet zal worden aangesloten op een warmtenet. Enerzijds is het terecht dat er aandacht is voor de realisatie en betaalbaarheid van warmtenetten, maar anderzijds ontbreekt er een belangrijk puzzelstuk als all electric inderdaad naar de achtergrond zou verdwijnen.”