Als het aan Breman Installatiegroep ligt wordt Nederland energiepositief
Innovatieve installateur met landelijke dekking sluit zich aan bij Stroomversnelling
René Breman is de ambitieuze verbinder van Breman Installatiegroep. Hij houdt van aanpakken, maar René is ook een scherpe en originele denker. Samen met Stroomversnelling voorzitter Leen van Dijke bespreekt hij de kansen en uitdagingen op het gebied van service en onderhoud van energiezuinige woningen en de rol van de installateur bij de industrialisatieslag in de bouw.
Leen van Dijke: “Er vindt een verschuiving plaats in de bouwwereld. De traditionele installateur kwam na de bouw van een woning pas langs, om de installaties erin te sleutelen. Bij conceptuele bouw worden installaties als onderdeel van het concept meegeleverd. En nadat de woning is opgeleverd, worden die installaties bovendien gemonitord. Om te kijken of ze de gevraagde prestatie leveren en ook met het oog op servicing en onderhoud. Die monitoring wordt vaak gedaan door de leverancier van het concept. Mijn eigen observatie is echter dat bouwers servicing en onderhoud liever uitbesteden. Een partij als Breman is daarvoor heel goed uitgerust. Jullie zijn landelijk dekkend en hebben de nodige expertise in huis. En Breman is ook een partij die samen met conceptontwikkelaars nadenkt over de vraag wat de slimste installaties zijn, hoe er het beste kan worden gemonitord en hoe je het beste rekening houdt met de Total Cost of Ownership (TCO). Daarom ben ik heel blij dat Breman zich aansluit bij Stroomversnelling.”
René Breman: “De belangrijkste reden voor Breman om lid te worden van Stroomversnelling is dat we meer met gelijkgestemde partners willen optrekken in de energietransitie. Maar als het gaat om service en onderhoud zijn we inderdaad één van de grootste zelfstandige familiebedrijven met landelijke dekking. We zijn daarnaast ook één van de weinige partijen in de installatiebranche die zich bewust richt op conceptontwikkeling. Dat zeg ik niet zozeer uit trots, maar meer vanuit verantwoordelijkheid. Wij hebben bij Breman goed nagedacht over de vraag hoe je de energietransitie écht voor elkaar kunt krijgen. Wij willen die acht miljoen woningen in Nederland energiepositief krijgen en in dat proces andere partijen, zoals corporaties en bouwers op sleeptouw nemen. Breman wil die rol graag pakken. Energiepositiviteit is inmiddels een belangrijk onderdeel van ons DNA. We willen er bijvoorbeeld voor zorgen dat al onze medewerkers in 2025 energiepositief zijn.”
Conceptontwikkeling en prefab
Leen van Dijke: “Jullie hebben ook een innovatief team dat meedenkt over conceptontwikkeling in relatie tot bijvoorbeeld de verlaging van de warmtevraag en de industriële vervaardiging van renovatieproducten.”
René Breman: “Inderdaad. Dat doen we over twee assen. In de meer traditionele bouw zitten we bij vrijwel alle grote bouwers aan tafel om mee te denken over hun concepten en de verdere ontwikkeling daarvan. Maar we hebben bijvoorbeeld ook Dijkstra Draisma geholpen bij de ontwikkeling van hun droogstapelwoning. Onze mensen die daaraan hebben meegewerkt gaan we nu op één locatie bij elkaar brengen om de technische oplossingen van Breman voor industriële productie verder te brengen.”
“Breman heeft altijd al vooropgelopen als het gaat om het toepassen van prefab binnen het bouwproces. Op dit moment zijn we intern volop bezig om het industrieel toeleveren van installatiecomponenten vorm te geven. Maar we gaan niet – om maar eens wat te noemen – zelf prefab badkamers maken.”
Kennis en kunde samenbrengen
Leen van Dijke: “Als ik kijk naar de historie van Stroomversnelling, dan zie ik dat kennisuitwisseling tussen marktpartijen in de bouw niet spontaan gebeurt. Dat moet gefaciliteerd en gestimuleerd worden. Ik heb de indruk dat in de installatiebranche de kaarten nóg steviger tegen de borst worden gehouden.”
René Breman: “Dat is waar. En dat is ook een van de redenen waarom wij binnen Breman het onderdeel ‘BREiNN’ hebben opgericht; dat staat voor BREman INNovatie. BREiNN schuiven we als het ware voor de troepen uit. We zien dat de energietransitie niet snel genoeg gaat. BREiNN wil als ‘verbindende versneller’ kennis en kunde samenbrengen. De doelstelling is om acht miljoen energiepositieve woningen te realiseren in Nederland. Dat gaan wij natuurlijk niet zelf doen, maar we willen wél de boel in beweging krijgen. En dan zie je toch interessante dingen gebeuren. Als we aan tafel komen als BREiNN dan is de eerste reactie: “Hé, wat doet die installateur hier?”. De veronderstelling is dus dat een installateur op zoek is naar omzet en alleen maar wil scoren. Dan leggen we uit dat we kennis komen brengen en dat we willen meedenken, of daar nou een opdracht uitrolt of niet.”
“Technologische innovaties zijn volgens mij niet de grote uitdaging in de energietransitie. Ik zie in de markt vooral een probleem op het gebied van arbeidscapaciteit, betaalbaarheid en de gevoelde urgentie, oftewel de vraag. Die drie factoren beïnvloeden elkaar onderling. Als je het zo bekijkt is het duidelijk dat industrialisatie een belangrijk deel van de oplossing is, waarbij je tegelijkertijd de kwaliteit van het eindproduct kunt verbeteren. Voor nieuwbouw is die ontwikkeling inmiddels gestart. Aan de andere kant vind ik dat nieuwbouwwoningen niet echt het probleem zijn. Die gaan vanzelf energiepositief worden. De echte uitdaging ligt in de bestaande bouw. Ook daar zie ik industrialisatie als oplossing.”
Leen van Dijke: “Zou het niet helpen als de Rijksoverheid dan zorgt voor eenduidige normen?”
René Breman: “Je hebt inderdaad leiderschap nodig. Maar je hebt ook organisatiekracht nodig, in de zin van het verenigen van partijen die samen een deuk in een pak boter kunnen slaan. Daarbij heeft de overheid zeker een belangrijke rol.”
Hightech tafel
Leen van Dijke: “Je ziet ook dat de bouwsector de overheid steeds weer vraagt om niet te snel te gaan en niet te ambitieus te zijn, met argumenten als ‘dat kunnen we niet, dat is te duur, dat willen de mensen niet’. Dat zag je bijvoorbeeld in de discussie rond de EPC, terwijl de koplopers in de markt steeds opnieuw bewijzen dat het wél kan. Met twee vingers in de neus zelfs.”
René Breman: “Ik denk dat je die koplopers met elkaar moet verbinden. Daar zie ik ook wel een rol voor BREiNN, maar het is inderdaad niet makkelijk. Er moeten aan alle kanten patronen worden doorbroken. Wij proberen mensen op allerlei manieren te prikkelen. Een klein voorbeeld: BREiNN is gehuisvest in de ruimte die helemaal is ingericht met gerecyclede materialen. We zijn bezig met een grote ovale hightech tafel, in de vorm van Nederland. De bedoeling is dat we aan die tafel met onze gesprekspartners allerlei kwesties beetpakken, maar de tafel is dus dynamisch, waardoor er iets bijzonders gebeurt als we niet binnen een bepaalde tijd een oplossing bedenken. Dan loopt Nederland onder water bijvoorbeeld. Dat zet mensen aan het denken. Je kunt zeggen dat we werken volgens het OPA model, waarbinnen de O staat voor onrust, de P voor Perspectief en de A voor Actie. Alles wat we daarbinnen willen bereiken komt ook weer terug in de beweging die we op gang willen brengen. Samen met iedereen die ‘mee wil’.”
Echt rentmeesterschap
“We maken ook een traditioneel, papieren magazine waarin we voorbeelden laten zien van hoe het wél kan. En voor de goede orde, dat papier is natuurlijk duurzaam. Maar waarom nou op papier? Ik denk dat een flink deel van de bestuurders die wij willen bereiken niet veel gebruik maakt van communicatiemiddelen als sociale media. Maar het is wél de groep die we willen bereiken. Onze boodschap is simpel: u hebt euro’s te besteden en u kunt bij elke stap die u zet het verschil maken door te kiezen voor het klimaat en voor een duurzame toekomst. Echt rentmeesterschap dus. Wat we daarbij willen vermijden zijn de polariserende discussies die alleen gaan over uitersten, zoals de vraag: ‘wordt het waterstof of niet?’. Daar hebben we nog geen antwoord op. Waterstof zal best belangrijk worden, maar we moeten nu gewoon als de donder aan de slag. Met waterstof én met warmtepompen.”
tekst: Anton Coops
beeld: Breman Installatiegroep