Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

“Ik heb het woord uitdaging nog nooit zó vaak gehoord…”

De Samenwerkdag van 18 april, in Basecamp in Utrecht, ging over mismatches in de wijkaanpak. Aan de hand van twee casussen werd ingezoomd op actuele opstartproblemen bij energetische renovaties op wijkniveau. Opstoppingen en vertragingen als gevolg van een mismatch tussen diverse uitvoeringsstrategieën, of omdat verschillende beleidsdoelen niet op elkaar aansluiten. Dé conclusie aan alle tafels, aan het eind van de ochtend, was van een Cruijffiaanse helderheid: zo’n mismatch voorkom je door de opgave integraal te bekijken. Logisch, en je ziet het zodra je het doorhebt. Resteert de vraag: hoe dan?

Sjoerd Klijn Velderman leidt deze Samenwerkdag in met een toepasselijke, fraai uitgesponnen metafoor: “Als je gaat raften in een bergriviertje in de Alpen, dan zit je in een soort stroomversnelling, en de uitdaging van een lekkere stroomversnelling is dat er soms ook flinke rotsblokken opdoemen waar je omheen moet manoeuvreren, maar waar je ook bovenop kunt klappen. En als je eenmaal beneden bent, dan heb je nog van die grind- en zandbanken waar je op kunt schuiven met je bootje als je even niet oplet. Dan lig je dus stil. Dat zie je ook gebeuren in de energie- en materialentransitie: die rotsblokken en zandbanken waar je omheen moet sturen om tempo te kunnen blijven maken, daar gaan we het vandaag over hebben.”

Er komen twee casussen aan bod die illustreren wat er gebeurt als de plannen van netbeheerders, gemeenten en woningcorporaties (nog) niet synchroon lopen. Sjoerd schetst de kaders: “Enerzijds moeten woningcorporaties op basis van de Nationale Prestatieafspraken versneld hun EFG-labels wegwerken, terwijl gemeenten vanuit het Rijk een andere uitvoeringsstrategie hebben meegekregen die hier niet goed op aansluit door de focus op wijkniveau. Tegelijkertijd speelt voor veel corporaties de netcongestie-problematiek. De twee casussen worden kort geïntroduceerd door een panel, bestaand uit Arno klein Goldewijk (gemeente Apeldoorn), Tibor van de Sande (Ymere), Sten de Wit (TNO) en Lianda Sjerps-Koomen (Alliander).

Warmtepomp geïnstalleerd, nu de stroom nog
Arno klein Goldewijk werkt namens de gemeente Apeldoorn aan de energietransitie in de wijk De Maten. De gevolgen van de netcongestie-problematiek bleken in deze wijk vrij dramatisch te zijn, en daarmee ook nieuwswaardig. Vier maanden geleden berichtte de NOS: ‘Apeldoorns stroomnet vol: ruim honderd nieuwe warmtepompen niet aangesloten’.

“In de eindfase van het project deed de woningcorporatie de aanvraag bij Liander, want zo waren ze dat immers gewend. Normaal gesproken word je dan keurig aangesloten, maar dat bleek in dit geval niet zo te zijn,” constateert Arno nuchter, om eraan toe te voegen: “heel Nederland viel over ons heen”. Lianda herkent het probleem dat corporaties (nog) niet altijd goed weten in te schatten wat de impact is van netcongestie. Ze geeft aan dat Liander daarom de sector actief opzoekt, bijvoorbeeld door op plekken als de Provada nog beter uit te leggen dat een nieuwe aansluiting op het stroomnet tegenwoordig echt niet meer vanzelfsprekend is.


Meer integraliteit: hoe dan?
Tibor van de Sande is projectontwikkelaar bij Ymere. Hij werkt aan de energetische renovatie van de Van der Pekbuurt in Amsterdam. Een beschermd stadsgezicht, 1200 woningen die worden aangesloten op een warmtenet. Tibor is op de eerste plaats positief over het lerend vermogen van iedereen die betrokken is bij het project: “Je merkt dat veel dingen die misgaan in de eerste fase van een project, in de volgende fase al een stuk beter gaan.” Maar één van de grote issues blijft het openbreken van de straat voor de nutsbedrijven, in relatie tot de fasering die Ymere voor ogen heeft bij de aanpak van de woningen: “We willen natuurlijk dat de bewoners zo weinig mogelijk overlast hebben en zo snel mogelijk terug kunnen naar hun oude woning – als ze daar tenminste voor kiezen. Daarom zijn wij als woningcorporatie heel erg geholpen als we op blokniveau door de wijk kunnen gaan, maar de gemeente en de nutsbedrijven willen grotere volumes in één keer aanpakken. Dat heeft nogal wat gevolgen voor onze doorlooptijd, en voor de verhuisbewegingen.”

Bij Ymere steekt het vooral dat een deel van de woningen straks maandenlang of zelfs een jaar leegstaat, in tijden van woningnood en financiële krapte. Dit vanwege de toepassing van de zogenaamde ‘100 meter-regel’ bij de aanleg van kabels en leidingen en de vervanging van de riolering. “Ik heb het woord uitdaging nog nooit zó vaak gehoord…” verzucht Tibor aan het eind van zijn inleiding.

Na het plenaire gedeelte splitst het gezelschap zich in twee groepen: één groep buigt zich over de details van de Van der Pekbuurt en de andere groep analyseert de netcongestie-problematiek aan de hand van de casus De Maten. Na afloop van de werksessies blijkt dat de conclusies in beide groepen, in ieder geval op hoofdlijnen, convergeren: het plannen en uitvoeren van een energetische wijkaanpak vraagt om meer regie en integraliteit. Feitelijk een voor de hand liggende conclusie, maar wél wat abstract.

De echte vraag is dus: meer integraliteit, hoe dan?


Arno klein Goldewijk geeft zijn samenvatting: “Het ‘ploeteren’ in de wijk is gebaat bij meer duidelijkheid en leiderschap. Voor de één zit hem dat in wetten en regelgeving, voor de ander zit dat in een scherpere afbakening van de mandaten. We hebben een soort ‘grote roerganger’ nodig om onze schuivende panelen wat meer vast te zetten, helderheid voor elkaar te creëren en grote stappen te gaan maken.” En als het specifiek gaat om netcongestie geeft Arno aan dat er naast de traditionele tegenstelling tussen collectieve en individuele oplossingen ook nog een derde weg is die serieus moet worden genomen: het mogelijk maken van energie delen in energiegemeenschappen.

Een andere, meer persoonlijke conclusie van Arno heeft te maken met zijn eigen rol: “Gemeenten zijn in hun Transitievisies Warmte begonnen met een wijkaanpak op buurtniveau. Wat er naar mijn gevoel ontbreekt, op het niveau daarboven, is een visie of een opvatting van de gemeente over het integrale gemeentelijke energiesysteem, die als onderlegger dient voor de keuzes die je maakt op buurt- of wijkniveau.”

Grenzen aan improvisatievermogen
Tibor van de Sande is tevreden over de frisse blik waarmee de deelnemers naar de Van der Pekbuurt hebben gekeken. De regie over de infrastructurele opgave is geïdentificeerd als het hoofdprobleem: inpandig is Ymere de regisseur, maar buiten op straat heeft iedereen zijn eigen opdracht en dat leidt tot een mismatch. Sjoerd Klijn Velderman herformuleert het probleem vanuit het menselijke aspect: “Hoe komt het dat mensen nu overspannen raken, en hoe los je dat op bij de uitvoering? Er zijn grenzen aan het improvisatievermogen van je medewerkers.” Het lijkt logisch dat de gemeente de regierol op zich neemt en daartoe een stuurgroep vormt waarin alle stakeholders vertegenwoordigd zijn. Bij problemen in de uitvoering kan er dan worden geëscaleerd naar deze stuurgroep.

In zijn afronding doet Ivo Opstelten (directeur Stroomversnelling) ook alvast een voorzet voor een beweging naar meer integraliteit en regie op wijkniveau: “Concreet kun je bijvoorbeeld denken aan de ontwikkeling van integrale verduurzamingsconcepten en gestandaardiseerde oplossingen, voor al die verschillende scenario’s die zich op wijkniveau kunnen voordoen. Zowel oplossing-technisch, economisch als procesmatig. Steeds met als doel voor ogen om planningen op elkaar af te stemmen, voorspelbaarheid te vergroten en gezamenlijk te kunnen versnellen.”

Een grondigere analyse van de problematiek, op basis van deze en vergelijkbare casussen, zal op een later tijdstip worden gepresenteerd door Stroomversnelling. Naar verwachting rond september van dit jaar.

De actualiteit vanuit Verbouwstromen
Ivo Opstelten rondt de bijeenkomst af met een toelichting bij een aantal regionale renovatiedeals die onlangs zijn gesloten met ondersteuning vanuit Verbouwstromen; het uitvoeringsprogramma waarin ook Stroomversnelling deelneemt. Zo is in de Twentse regiodeal een werkbare oplossing bedacht om met huur én koop aan de slag te gaan en tegelijkertijd te komen tot geïndustrialiseerde oplossingen. En in de Haaglanden deal wordt goed gekeken naar mogelijkheden om de arbeidsproductiviteit op den duur te verdubbelen. “Het idee is dus om uiteindelijk in dezelfde tijd met dezelfde arbeidsinzet twee keer zoveel woningen aan te pakken. Dat is een enorme opgave,” waarschuwt Ivo Opstelten, maar hij oogst toch alvast een spontaan applausje van de deelnemers voor het verkregen commitment op deze ambitie.

Vervolg (en oproep)
Er komt snel een vervolg op deze Samenwerkdag in de vorm van een werkgroep die dieper ingaat op de problemen en oplossingsrichtingen die aan de orde zijn gekomen. Stroomversnelling leden die hieraan willen deelnemen kunnen zich nog melden bij Sjoerd Klijn Velderman.

Deel dit bericht via social media: