De eerste Stroomversnelling samenwerkmiddag van 2018, vond 12 april plaats in Utrecht, met dit keer onder andere aandacht voor een NOM-project van Fides Wonen en Hazenberg|TBI in Oostvoorne en de nieuwe innovatiesubsidie binnen het programma Urban Energy van TKI, die bedoeld is om de aardgasvrije gebouwde omgeving verder aan te jagen.
Bestuursvoorzitter van Stroomversnelling, Leen van Dijke opent de middag met een hartelijk welkom aan de vertegenwoordigers van twee nieuwe Stroomversnelling leden: Carlos Klein, directeur van Rc Panels, die geindustrialiseerde gevelpanelen leveren en Rene Riemens, directeur van SWYCS, toeleverancier van geïntegreerde IoT-oplossingen. Vervolgens gaat Van Dijke in op de rol van Stroomversnelling binnen het nieuwe klimaatakkoord. “We schuiven aan bij verschillende sectortafels omdat we op die manier het integrale geluid van Stroomversnelling beter kunnen laten horen. De Vereniging heeft een brede kijk op wat er nodig is om van fossiele energie af te komen en we hebben weinig directe belangen. Daarom zijn wij een onverdachte en logische gesprekspartner. We gaan aan de slag vanuit een opbouwende, kritische houding.”
Exponentiële groei
Harmke Bekkema laat de aanwezigen aan de hand van de marktmonitor zien hoe we ervoor staan wat betreft het aantal gerenoveerde NOM-woningen per jaar.
“We willen jullie hoogwaardige marktinformatie bieden op basis van feiten. We verzamelen zoveel mogelijk informatie over gerealiseerde NOM-projecten om trends, knelpunten en kansen in kaart te brengen, om de strategie van Stroomversnelling te voeden en nieuwe toetreders tot de markt te prikkelen. De getallen die we nu hebben zijn nog niet dubbel gecheckt, maar ze geven wel een goede indicatie. De conclusie is dat we in de lift zitten, ook omdat de nieuwbouw enorm aantrekt. Het volume groeit nu exponentieel, maar de industrialisering moet nog wel van de grond komen. Als deze lijn doorzet gaan we op termijn ook de 200.000 renovaties per jaar uit het regeerakkoord halen.” Om een beter en goed beeld van de groei te kunnen presenteren, ook aan de stakeholders die de markt verder kunnen helpen, roept Bekkema iedereen die aantallen kan delen ook op om dit aan haar te laten weten. Projecten en aantallen kunnen verzonden worden naar hbekkema@stroomversnelling.nl
De grootste succesfactor?
Maurice Coen laat een filmpje zien naar aanleiding van het onderzoek “De derde succesfactor ontrafeld” dat onlangs werd afgerond in het kader van HomeMates. De volledige ondertitel van het rapport luidt ‘Inzicht in gedrags- en organisatieprocessen die de transitie naar een energieneutrale gebouwde woonomgeving versnellen’. Vrij vertaald luidt de conclusie dat aandacht voor bewoners en goede bewonerscommunicatie veruit de belangrijkste succesfactoren zijn bij NOM-renovaties.
Vooraf wordt er door professionals vaak ingezet op techniek en middelen, maar als ze eenmaal een renovatieproces van dichtbij hebben meegemaakt veranderen ze bijna allemaal van mening. Ook de cultuur en structuur van organisaties bepaalt mede het gedrag van professionals op de werkvloer. “De interne controlemechanismen van woningcorporaties kunnen bijvoorbeeld wringen met de aanpak van innovatieve NOM-projecten. Het handelingsperspectief is in zo’n geval dat er expliciet toestemming wordt gevraagd om in NOM-trajecten van de norm af te wijken”, aldus Maurice Coen.
Naar aanleiding van het onderzoek zijn een aantal compacte ‘kennisbommetjes’ ontwikkeld die concrete handvatten bieden om direct aan de slag te gaan met de praktijk van bewonerscommunicatie. Een aanrader!
Samenwerking FidesWonen en Hazenberg|TBI
Corporatie FidesWonen en Hazenberg|TBI zijn vorig jaar in Sommelsdijk aan de Hyacintenstraat aan de slag gegaan met de nul-op-de-meter renovatie van 6 woningen, die inmiddels zijn opgeleverd. Erik Droogendijk van FidesWonen neemt als eerste het woord in de deelsessie waarin beide partijen hun ervaringen delen.
“We zitten op Goeree Overflakkee in een aantal dorpskernen, we hebben daar veel woningen uit de jaren ‘60 en ‘70. De mensen wonen daar fijn, het zijn doorzonwoningen met ruime beukbreedtes en de bewoners zijn verknocht aan de buurt. We denken dat deze woningen nog een tijd mee kunnen, en we verwachten geen krimp in deze regio. Daarom gingen we in 2016 nadenken over dit renovatietraject.”
Sessieleider Jeffrey Mennen (Stroomversnelling) wil weten hoe FidesWonen de ‘derde succesfactor’ heeft aangepakt. “Dat hebben we gedaan door de bewoners veel persoonlijke aandacht te geven. Dit zijn onze ambassadeurs naar de rest van de wijk. Natuurlijk waren er ups en downs, maar doordat je dingen goed afwikkelt wordt het toch gemakkelijker om met de volgende stap te beginnen. De bewoners waren in eerste instantie sceptisch. Vooral de ouderen hadden er geen zin in. Mensen moeten er bijvoorbeeld op kunnen vertrouwen dat ze niet meer huur gaan betalen. De bewoners hebben overigens niet meegedacht over de kwestie ‘nieuwbouw of renoveren’. Ons standpunt is dat je met het verhuizen van een hele buurt, oftewel nieuwbouw, de sociale cohesie kapot trekt.”
“We moeten nu eigenlijk de wijk in, maar voordat we de volgende stap kunnen zetten zijn we een jaar verder, daardoor is het moeilijk om het momentum en enthousiasme vast te houden in de buurt. Er is tijd nodig om vergunningen, werkvoorbereiding en dergelijke op orde te krijgen. We hebben daarom een boekje gemaakt over NOM dat in de wijk is verspreid, en er komt nog een opleverfeestje. Zo proberen we onze momenten te pakken om te blijven communiceren.”
Vervolgens gaat Erik Droogendijk in op de samenwerking met Hazenberg|TBI. “We hebben een vraagspecificatie gemaakt op basis van het NOM Keur. Daardoor zijn we echt ontzorgd. Enkele partijen met NOM ervaring werden uitgenodigd. Daarbij was ook de huurderscommissie aanwezig. We vonden vooral de kwaliteit van het Hazenberg|TBI concept eruit springen. Het werd uiteindelijk wel een intensief proces. We spraken elkaar iedere week. Vooral van de monitoring hebben we allebei hoofdpijn gekregen. Voordat alles werkt ben je een heel eind verder. En eigenlijk had al aan de voorkant het net verzwaard moeten worden. De zonnepanelen konden daardoor niet meteen worden aangesloten.” Ook voor de lange termijn moeten er goede afspraken worden gemaakt. “We hebben een onderhoudscontract voor 25 jaar. Daar moet je het samen over hebben. En de lokale onderhoudspartners op het eiland moeten dit gaan leren, dat is ook nog een aandachtspunt.” Een laatste praktijktip van Erik: begin klein met je eerste project.
Bart Deetman van Hazenberg|TBI vertelt vervolgens over hoe het NOM-concept SmartPack wordt doorontwikkeld. “We hebben eerst een project in Oostvoorne gedaan, heel leerzaam. Vervolgens kwam dit project met FidesWonen. Er wordt gewekt met prefab. RcPanels, de leverancier, is vandaag lid geworden van Stroomversnelling. Onze bedoeling is om zo snel mogelijk op te schalen en straks met zo min mogelijk overlast zo’n project te kunnen doen, maar we moeten meer ervaring opdoen voordat we echt zover zijn. Er zijn veel onverwachte factoren in het spel. Bijvoorbeeld: in welke periode ga je aan de slag? De winter is moeilijk, maar in de zomer zaten we opeens met windkracht 7. We zijn van zoveel factoren afhankelijk dat de doorlooptijd nu nog lastig te managen is. Gevelelementen plaatsen gaat snel, maar vooral de binnenafwerking is arbeidsintensief. De bewoners zijn blij met het resultaat, maar het kost nu nog te veel tijd. Een ander voorbeeld: de bewoners wilden vanaf de eerste informatie-avond al weten hoe lang de gordijnen moesten worden. Dat wisten we in eerste instantie niet. Daarnaast heeft iedere bewoner zijn eigen vragen en behoeftes. Daarmee omgaan is de kunst. Dat zit echt in de details en maakt iedere bewoner uniek.”
Wat zou je doen met 13 miljoen
Om de ontwikkeling van industrieel vervaardigbaar NOM en NOM-Ready aanbod in de markt te versterken hebben RVO.nl en TKI Urban Energy sinds 3 april een extra programmalijn opengesteld met een budget van 13 miljoen euro.
In een deelsessie over deze regeling geeft Lianda Sjerps-Koomen (TKI Urban Energy) toelichting. “Het gaat in de kern om een verdere opschaling van de industrialisatie. Dat kan op allerlei manieren. Denk niet alleen aan fabrieken voor gevelpanelen, maar ook aan handige en kostenbesparende innovaties, zoals bijvoorbeeld een goedkopere blowerdoor test, of een complete aanpak van een wijk waarbij je ook het winkelcentrum en de voorzieningen in de buurt meeneemt, door bijvoorbeeld op een slimme manier warmte en koeling te delen.”
De deelnemers aan de sessie zijn aangenaam verrast over wat er allemaal mogelijk is binnen deze regeling, en er blijkt zelfs méér dan 13 miljoen beschikbaar te zijn. “Concrete reacties in de vorm van mogelijke projectvoorstellen kwamen wat langzaam los, er was even wat koudwatervrees’’, zegt Lianda Sjerps-Koomen na afloop van de sessie. “Maar het is wel duidelijk dat deze regeling bijzonder geschikt is voor Stroomversnelling-gerelateerde projecten, juist omdat er gekeken wordt naar welke innovaties de meeste impact hebben. Aangezien renovatie een veel grotere opdracht is dan nieuwbouw kom je met voorstellen in de hoek van nul-op-de-meter renovaties eerder tot impact.
NOM Keur update
In de sessie over NOM Keur gaat Simon Verduijn (Stroomversnelling) flink de diepte in met een zaal vol ervaringsdeskundigen op het gebied van de energieprestatievergoeding (EPV). Dat wil overigens niet zeggen dat dit hét punt is waar het bij NOM Keur om draait. Het keurmerk gaat over veel meer dan alleen energieprestaties. Er wordt ook gekeken naar aspecten als bewonerstevredenheid, comfort en goede ventilatie. Daarmee is NOM Keur ook voor energiezuinige nieuwbouw een aantrekkelijk kader.
Na een gedegen introductie over de Huurwet, de plek van het opnameprotocol en andere administratieve basiskennis gaat Simon Verduijn over tot de praktijk van de energetische kwaliteitsborging. “Luchtdichtheid is de belangrijkste, dat moet je gewoon goed meten, voor tien procent van de woningen van ieder type (hoek, rij, etc.) in je concept. Voor renovatie geldt een uitzondering: woningen mogen op blokniveau worden gemeten omdat ze onderling ‘lek’ zijn, maar 12 woningen tegelijk onder druk zetten is ook nog best een uitdaging.”
Vervolgens krijgen de aanwezigen een hele reeks tips voor een goede en betrouwbare meting, en voor de monitoring. Ook om ervoor te zorgen dat het risico van de bouwer tot een minimum beperkt wordt. “Stel dat je voor een blok van 40 woningen á 1200 euro per jaar de EPV niet kunt innen, dan loopt je schadepost flink op.” Een andere tip van Simon: “Zorg dat je van tevoren heel duidelijk bent over welke materialen je gaat gebruiken, zodat de afdeling inkoop er niet mee aan de haal gaat, want dan kun je straks bepaalde zaken niet meer aantonen.”
De succesvolle samenwerkmiddag kwam tot een einde met een informele borrel, waarbij nog nader kennis gemaakt kan worden tussen de 50 aanwezigen van 30 verschillende leden. Op 21 juni zal de volgende samenwerkdag plaatsvinden. Het programma hiervoor volgt op korte termijn. Opgeven kan via de agenda en het aanleveren van onderwerpen of suggesties voor het programma is mogelijk via Jantien van den Berg jvdberg@stroomversnelling.nl