Update Europees en nationaal beleid
In deze rubriek komen de belangrijkste politieke actualiteiten van de afgelopen weken kort aan bod.
Concept Nationaal Plan Energiesysteem naar Tweede Kamer
Het concept Nationaal Plan Energiesysteem (NPE) is op 4 juli gepresenteerd door minister Jetten. Het plan geeft aan wat de visie is van het (demissionaire) kabinet op het Nederlandse energiesysteem van de toekomst, en wat er voor nodig is om dat beeld te realiseren.
Minister Jetten gaf in zijn toelichting aan dat het plan uitgaat van de scenario’s met de hoogste energievraag: “Je kunt beter nu voor een maximaal scenario gaan en dan later misschien iets afschalen, dan dat je te laag inzet en later nog moet opschalen, want dan ben je te laat”.
Belangrijke keuzes in het plan die impact hebben op de gebouwde omgeving:
- Energiebesparing is een hoeksteen van het beleid. Er komt een Nationaal Programma Energiebesparing met sectorale besparingsdoelen. Ook de gebouwde omgeving zal een besparingsdoel krijgen. Het programma moet ook leiden tot betere ondersteuning van burgers, bedrijven en instellingen bij hun besparingsplannen, onder andere met financieringsinstrumenten.
- Maximale inzet op aanbod van duurzame energie. Er wordt niet afgewacht maar ingezet op maximale productie van o.a. zonne-energie op daken van woningen.
- Schaarse energie wordt ingezet waar deze het meest nodig is. Waterstof wordt alleen ingezet in de gebouwde omgeving als sluitstuk, op die plekken waar geen redelijk alternatief is, en dan pas na 2035.
Het concept-NPE is in de eerste plaats bedoeld als startpunt voor een dialoog over de keuzes die ten grondslag liggen aan het toekomstige energiesysteem. Het kabinet heeft het PBL gevraagd met een reflectie te komen.
Zie ook:
Nationaal Plan Energiesysteem (RVO)
Energiewet naar Tweede Kamer
Half juni heeft minister Jetten het wetsvoorstel voor de Energiewet naar de Tweede Kamer gestuurd. De huidige Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet worden in de Energiewet samengevoegd en gemoderniseerd. Jetten spreekt van “een stevig wettelijk fundament voor de energietransitie”.
Het Energiewet-dossier loopt al sinds 2010 en ook het huidige wetsvoorstel bevat enige controversiële elementen. Zo was de Raad van State eerder dit jaar nogal kritisch over de beoogde samenvoeging van de Elektriciteitswet en de Gaswet. Daarnaast wordt het huidige wetsvoorstel gebruikt om allerlei nieuwe EU-regels te implementeren, zoals het Clean Energy Pakket (CEP), en om onderdelen van het Klimaatakkoord uit te voeren. Dit zou de overzichtelijkheid niet ten goede komen. Minister Jetten ziet zelf wél meerwaarde in het combineren van gas- en elektriciteit in één wet. Deze structuur stelt het kabinet bijvoorbeeld in staat om bepaalde regels voor elektriciteit ook toe te passen op gas.
Volgens de minister zijn de belangrijkste thema’s uit het nieuwe wetsvoorstel: toekomstgericht netbeheer, versterking van de positie van de consument en data-uitwisseling. Voor de consument komen er uitgebreidere regels voor het aangaan van contracten, het verstrekken van informatie en facturering. Ook moet het makkelijker worden voor consumenten om zelf actief te worden op de elektriciteitsmarkt, bijvoorbeeld door zelf zonnestroom te verkopen. Ook veilige en snelle data-uitwisseling is een randvoorwaarde voor een energiemarkt waarin consumenten meer mogelijkheden krijgen om om te profiteren van flexibele prijscontracten of vraagrespons.
Zie ook:
Consumenten en bedrijven beter beschermd met nieuwe Energiewet (Rijksoverheid.nl)
Energiewet (Overheid.nl)
PBL kritisch over warmteplannen gemeenten
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft 338 Transitievisies Warmte geanalyseerd die gemeenten in 2021 hebben opgesteld. In het rapport Overzicht Transitievisies Warmte: Signalen, obstakels en potentieel concludeert het PBL dat slechts een beperkt deel van de gemeentelijke warmteplannen klaar is voor uitvoering.
In maart 2023 kwam Netbeheer Nederland ook al met een onderzoek naar gemeentelijke Transitievisies Warmte. Daarin werd geconcludeerd dat 53% van de gemeentelijke plannen geen tijdspad heeft, waardoor niet duidelijk is wanneer werkzaamheden beginnen of eindigen. Dit zou volgens Netbeheer Nederland kunnen leiden tot een “stuwmeer” aan projecten richting 2030.
PBL stelt nu dat het merendeel van de gemeentelijke warmteplannen zich nog in de verkennende en onderzoekende fase bevindt. Voor bijna driekwart (74%) van de plannen in de transitievisies is geen kwantitatief doel opgenomen en minder dan de helft van de gemeenten heeft tussendoelen gesteld voor 2030. Ook worden technische keuzes vaak nog niet benoemd. Slechts enkele voorlopers leggen expliciet vast hoeveel gebouwen of welk percentage besparing ze op welk moment gerealiseerd willen hebben. Slechts 10% van de gemeenten heeft inmiddels concrete plannen, aldus het Planbureau.
PBL heeft ook beoordeeld in hoeverre de gemeentelijke transitievisies warmte bijdragen aan de nationale doelstelling van 1,5 miljoen verduurzaamde woningen en andere gebouwen in 2030 (uit het Klimaatakkoord). Deze doelstelling lijkt alleen haalbaar als alles meezit. Maar uit de PBL-analyse blijkt ook dat gemeenten worstelen met allerlei obstakels. Financiën zijn voor 80% van de gemeenten een grote zorg. Daarnaast is er ook twijfel over de haalbaarheid en robuustheid van de plannen vanwege onzekerheid over de wenselijkheid of toepasbaarheid van bepaalde warmtebronnen.
PBL heeft ten slotte ook gekeken naar de impact van de transitievisies op de totale emissiereductie voor de gebouwde omgeving. Die blijkt beperkt te zijn. In de huidige vorm leveren de transitievisies warmte zo’n 2,1 Mton CO₂-reductie op.