Update nationaal en Europees beleid
In deze rubriek komen de belangrijkste politieke actualiteiten van de afgelopen weken kort aan bod.
KEV 2023: Klimaatdoel 2030 voor het eerst in zicht?
Op Prinsjesdag publiceerde het PBL de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2023. Deze rapportage is een verantwoordings- en monitoringsinstrument voor het Nederlandse klimaat- en energiebeleid. De kernboodschap is dit jaar nogal optimistisch geformuleerd: “De broeikasgasuitstoot in Nederland daalt mogelijk met 46 tot 57 procent in 2030 ten opzichte van 1990. Daarmee zou het wettelijke klimaatdoel van 55 procent reductie voor het eerst binnen bereik komen.” Maar de roze bril gaat even snel weer af: “Om het doel te halen moet alles meezitten, ook niet-stuurbare factoren zoals weer en elektriciteitsimport.”
Van de klimaatplannen die niet concreet genoeg zijn voor een effectinschatting verwachtte het kabinet in de Voorjaarsnota 10 megaton CO2-equivalenten (ruim 4 procentpunt) extra emissiereductie. “Als ook deze plannen op tijd, concreet en maximaal worden uitgewerkt komt het klimaatdoel van 55 procent emissiereductie in 2030 met meer zekerheid binnen bereik,” schrijft het PBL, waarna opnieuw een reality check volgt: “Vertraging door verkiezingen en formatie van een nieuw kabinet vormen een extra bedreiging voor het halen van dit doel. De speelruimte tot 2030 is zeer beperkt. Voor veel maatregelen moeten ook de juiste randvoorwaarden worden geschapen. Daarvoor is flankerend beleid nodig: aanpassing van wet- en regelgeving en handhaving daarvan, en snellere vergunningverlening voor de aanleg van de benodigde energie-infrastructuur die al gepland is. Ook moet er voldoende geschoold personeel zijn.” Andere knelpunten die het PBL ziet zijn onder andere de capaciteit van de energie-infrastructuur en de emissiedoelen voor landbouw.
Gebouwde omgeving
In de gebouwde omgeving kan met alle klimaatplannen met een effectinschatting de broeikasgasuitstoot worden teruggebracht naar een niveau van 12 tot 18 megaton CO2 -equivalenten in 2030. De plannen die een belangrijke bijdrage leveren aan de reductie zijn: de normering van hybride warmtepompen, de update van erkende maatregelenlijsten in de energiebesparingsplicht en het verduurzamen van huurwoningen en utiliteitsgebouwen met een slecht energielabel.
CO2-uitstoot 2022
De uitstoot van broeikasgassen lag in 2022 met 158 megaton CO2-equivalenten 14 megaton lager dan een jaar eerder. Hogere gasprijzen en een zachte winter waren de belangrijkste oorzaken van de daling. De zachte winter was verantwoordelijk voor bijna de helft van het 22 procent lagere gasverbruik door huishoudens.
Zie ook: Klimaatdoel 2030 voor het eerst in zicht; snelle en ambitieuze uitwerking plannen cruciaal
Tussentijdse oplossing voor ‘natuurvriendelijk isoleren’
De ministers van BZK en LNV werken momenteel aan de tussentijdse oplossing ‘natuurvriendelijk isoleren’ die ervoor moet zorgen dat particuliere huiseigenaren en isolatiebedrijven kunnen doorgaan met isolatiewerkzaamheden. Dankzij de tijdelijke maatregel zou er op korte termijn geen apart ecologisch onderzoek nodig zijn voor elke woning.
Voor de middellange termijn wordt vooral gekeken naar Soortenmanagementplannen (SMP’s) waarmee gemeenten op gebiedsniveau een ontheffing van de Wet natuurbescherming kunnen regelen. Hiervoor stelt het ministerie van BZK dit jaar 44 miljoen euro beschikbaar. Deze regeling wordt in november opengesteld. Het streven is dat er in 2024 een tweede tranche wordt opengesteld. Een en ander is toegelicht in de Kamerbrief van 4 oktober.
Gevolgen voor huiseigenaren
Huiseigenaren die willen isoleren moeten samenwerken met een bedrijf dat werkt volgens de principes van het keurmerk ‘Natuurvriendelijk isoleren’. Voordat begonnen wordt met isoleren is het – aldus de bewindslieden – raadzaam om bij de gemeente of provincie te informeren of er al een SMP bestaat voor de buurt.
Gevolgen voor isolatiebedrijven
Isolatiebedrijven voldoen aan de zorgplicht wanneer zij werken volgens de voorschriften van natuurvriendelijk isoleren. Men kan hiervoor de training ‘natuurvriendelijk isoleren’ volgen.
Zie ook: Natuurinclusief verduurzamen? Denk ook aan kierdichting plus ventilatie
Nieuwe KNMI-klimaatscenario’s waarschuwen voor zwaardere weersextremen
Op 9 oktober heeft het KNMI de nieuwe nationale klimaatscenario’s gepubliceerd. Deze scenario’s laten zien wat ons de komende decennia te wachten staat op het gebied van klimaatverandering. De gevolgen voor Nederland zijn fors: het wordt warmer, met meer tropische dagen en minder vorstdagen. De winters worden natter, de zomers worden droger en de buien worden zwaarder. Tegelijkertijd blijft ook de zeespiegel stijgen.
Hittegolven komen in de toekomst vaker voor, worden nog heter en houden langer aan. In de scenario’s met een hoge uitstoot komt 40°C aan het eind van de eeuw bijna elk jaar voor. (Een temperatuur die sinds het begin van de metingen nog maar één keer eerder is voorgekomen.) En wat droogte betreft: de zomer van 2018 was zeer droog. In het hoge scenario is een gemiddelde zomer in 2100 zoals die van 2018.
Hoeveel de zeespiegel uiteindelijk stijgt, hangt voornamelijk af van de hoeveel broeikasgassen we nog uitstoten, en hoeveel ijs er nog smelt op de Zuidpool. Zelfs in het lage-uitstootscenario kan de zeespiegel voor de Nederlandse kust vanaf 2100 met meer dan een meter gestegen zijn. Een stijging van 2,5 meter is ook al in 2100 mogelijk in het hoge scenario, als de ijskappen sneller dan verwacht smelten.
Provincies, gemeentes en bedrijven kunnen de scenario’s gebruiken om zich voor te bereiden op een veranderend klimaat. Rond 2031 worden er nieuwe klimaatscenario’s verwacht.