Update nationaal en Europees beleid
In deze rubriek komen de belangrijkste politieke actualiteiten van de afgelopen weken kort aan bod.
PBL rekent vijf partijprogramma’s door in aanloop naar verkiezingen
Op 22 november 2023 vinden de verkiezingen voor de Tweede Kamer plaats. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft alle politieke partijen uitgenodigd om deel te nemen aan de analyse van de effecten van hun programma’s op de leefomgeving. Op 8 november verscheen de Analyse Leefomgevingseffecten Verkiezingsprogramma’s (ALV). Het PBL heeft ook 5 individuele partijrapporten en een samenvatting gepubliceerd.
Klimaat en energie
De vijf doorgerekende partijen willen allemaal de Klimaatwet handhaven. D66, GroenLinks-PvdA en Volt willen de doelen in de Klimaatwet aanscherpen, door vast te legen dat Nederland al in 2040 klimaatneutraal moet zijn. D66 en GroenLinks-PvdA willen ook voor 2030 een ambitieuzer doel in de Klimaatwet vastleggen dan de huidige 55 procent reductie ten opzichte van 1990. Alle partijen geven aan dat ze een belangrijke rol zien voor de circulaire economie om broeikasgassen te reduceren en dat EU-beleid daarbij relevant is.
Verduurzaming gebouwde omgeving
De vijf partijen verschillen in opvatting over het tempo van verduurzaming, de rol van groen gas en de eigendomssituatie voor warmtenetten. Volt en GroenLinks-PvdA willen een klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2040, D66 houdt de mogelijkheid voor compensatie van emissies in de gebouwde omgeving na 2040 open. De VVD en de ChristenUnie nemen meer tijd voor het bereiken van klimaatneutraliteit in de gebouwde omgeving.
Als de gebouwde omgeving in 2040 klimaatneutraal moet zijn, zullen in de particuliere markt vrijwel alle verhuis- en vervangingsmomenten tot 2040 benut moeten worden. De VVD, D66, GroenLinks-PvdA en de ChristenUnie willen de verduurzaming van koopwoningen stimuleren door middel van (isolatie)subsidies en beprijzing. GroenLinks-PvdA heeft het meeste flankerende beleid uitgewerkt en daarmee de grootste kans dat de geambieerde emissiereductie daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
Het PBL acht het onwaarschijnlijk dat alle woningeigenaren hun woningen klimaatneutraal zullen maken – in 2040 of 2050 – uitsluitend via stimuleringsmaatregelen. De normering van Volt voor koopwoningen geeft een duidelijk signaal, maar wordt onvoldoende ondersteund door flankerend beleid. Het PBL schat in dat het voor veel eigenaren financieel niet mogelijk is om aan deze normering te voldoen. Daarom verwacht het PBL dat zowel bij Volt als bij de andere partijen een deel van de gebouwen niet aardgasvrij zullen worden met het voorgestelde instrumentarium.
Meer hypotheekruimte voor verduurzaming in 2024
Per 1 januari 2024 worden de leennormen voor hypothecair krediet op een aantal punten gewijzigd. Vanaf volgend jaar mag er meer geleend worden voor het verduurzamen van woningen met slechte labels. De extra leenruimte is beschikbaar voor woningeigenaren die hun gekochte woning willen verduurzamen én voor woningeigenaren die hun huidige woning willen verduurzamen. De extra leenruimte is niet afhankelijk van de hoogte van het inkomen en komt in plaats van het huidige vaste extra leenbedrag van € 9.000. Dit staat in de Kamerbrief van minister Hugo de Jonge over dit onderwerp. Naast de hypotheek blijven de subsidies en het Nationaal Warmtefonds beschikbaar voor verduurzaming met extra mogelijkheden voor huiseigenaren met een laag inkomen.
Commentaar Stroomversnelling
Het volgende valt ons op aan de nieuwe regeling: als een woning nu al energiezuinig is, dan mag een koper tot 40.000 euro meer lenen voor aankoop hiervan, ten opzichte van de aankoop van een woning met een EFG-label. Maar als een woning op dit moment een EFG-label heeft en de huidige eigenaar heeft de ambitie om de woning naar A+++ te brengen, dan mag daarvoor maximaal 20.000 euro extra geleend worden.
Het huidige voorstel heeft daarnaast twee grote tekortkomingen. Het bedrag dat extra geleend mag worden voor verduurzamingsmaatregelen is een vast bedrag, ongeacht de grootte van de verduurzamingsstap. Dus bij een labelstap van G naar F mag evenveel extra geleend worden als bij een labelstap van G naar A. Daarnaast zou het beter zijn om de hypotheekruimte te koppelen aan de woonlastenimpact, in plaats van aan het energielabel-niveau. Het energielabel zegt primair iets over de CO2-uitstoot van de woning, maar een stuk minder over de impact op woonlasten. Zie hierover de Stroomversnelling reactie op de internetconsultatie Wijzigingsregeling hypothecair krediet 2019.
Zie ook:
Meer hypotheekruimte voor verduurzaming, alleenstaanden en studenten
Rapport Advies Hypotheeknormen 2024 (Nibud, 2023)
Stand van zaken EPBD onderhandelingen
Op 7 november heeft minister De Jonge aan de Tweede Kamer gerapporteerd over de voortgang van de Europese EPBD-onderhandelingen. De gesprekken die de afgelopen maanden plaatsvonden hebben geleid tot “voorlopige overeenstemming over onder meer de energielabelsystematiek, de zero emission building (ZEB) standaard, duurzame mobiliteit en infrastructuur, financiële instrumenten en zonne-energie-eisen voor nieuwbouw en ingrijpende renovaties.” Het compromisvoorstel voor de energielabelsystematiek bevat géén strikte harmonisatie binnen de EU. Dit komt in grote lijnen overeen met het kabinetsstandpunt.
Over minimale energieprestatiestandaarden (MEPS) voor bestaande woningen is een voorlopig compromis bereikt: “Het voorstel betekent dat er de facto géén eisen volgen voor individuele woningeigenaren, maar dat er energiebesparingsdoelstellingen op lidstaatniveau volgen voor de gehele woningvoorraad. Dit onderhandelingsresultaat is in lijn met het kabinetsstandpunt. In de volgende triloog wordt gezocht naar een compromis ten aanzien van het ambitieniveau van de doelstellingen en prioritering van de renovatie van de slechtst presterende woningen.”
Er is in Nederland inmiddels wél een huurverbod in de maak voor woningen met de laagste labels vanaf 2029, maar voor bestaande koopwoningen wordt nog niet overgegaan tot normering.