Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

Wat betekent de herziening van de EU-richtlijn voor gebouwen (EPBD) voor u?

In december vorig jaar publiceerde de Europese Commissie haar voorstel voor herziening van de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD). De EPBD is de Europese richtlijn die bedoeld is om het energiegebruik van gebouwen terug te dringen. Het Energielabel voor gebouwen is bijvoorbeeld op deze richtlijn gebaseerd. De recente herziening was onder meer nodig om de EPBD aan te laten sluiten bij de nieuwe Europese doelstelling van 55% CO2-reductie in 2030.

Het voorstel zal eerst aangenomen moeten worden door de Europese Raad en de lidstaten. Daarna moet het vertaald worden naar Nederlandse wetgeving. Dit proces zal al met al nog wel even duren. Eurocommissaris Timmermans heeft echter onlangs aangekondigd dat, gezien de huidige energiecrisis, het Fit-for-55 pakket moet worden versneld. Dat zou kunnen betekenen dat ook de EPBD sneller ingevoerd wordt.

De voorstellen voor de herziene EPBD geven in ieder geval een beeld van wat er gaat veranderen. Dit kan houvast bieden bij keuzes die nu al gemaakt moeten worden door woningeigenaren. In dit artikel zetten we daarom de belangrijkste voorstellen uit de herziening op een rij.

Van bijna energieneutrale gebouwen naar nul-emissie gebouwen
Waar in de vorige versie van de EPBD nog uit werd gegaan van bijna energieneutrale gebouwen (BENG in bouwbesluit termen), wordt in dit voorstel het begrip nul-emissie gebouwen geïntroduceerd. Een nul-emissie gebouw wordt gedefinieerd als ‘een gebouw met een zeer hoge energieprestatie, waarbij de lage hoeveelheid energie die nog steeds gebruikt wordt, volledig gedekt wordt door ter plaatse opgewekte energie uit hernieuwbare bronnen en door energie uit een hernieuwbare energiegemeenschap, of via stadsverwarming’.

Het gaat hierbij om het gebouwgebonden energiegebruik, dus de energie die nodig is voor verwarming, koeling, warmwater en ventilatie. Het gebruikersgebonden deel, zoals elektriciteit voor apparaten en lampen, blijft hier buiten beschouwing.

Nul-emissie gebouwen worden de standaard voor nieuwbouw in 2030. Nul-emissie staat gelijk aan een BENG 2-eis van 0 kWh/m2.jaar. De huidige nieuwbouw-eis gaat uit van een BENG 2-eis van 25 kWh/m2.jaar. Het voorstel suggereert dus dat de eis voor nieuwbouw per 2030 aangescherpt gaat worden.

zonnedak
Diepe renovatie
Nul-emissie gebouwen worden, als het aan de Europese Commissie ligt, ook de standaard voor de gehele gebouwenvoorraad in 2050. In 2050 moeten alle bestaande gebouwen hieraan voldoen. De Europese commissie introduceert het begrip diepe renovatie voor renovaties waarmee bestaande gebouwen op dit niveau worden gebracht. Een ander met de EPBD geïntroduceerd begrip, gefaseerde diepe renovatie, betreft het stapsgewijs renoveren van woningen naar dit niveau. De door BZK gepubliceerde streefwaarden, gepubliceerd door BZK in het kader van de introductie van de isolatiestandaard voor woningen, passen in zo’n gefaseerde diepe renovatie.

Renoveren tot het niveau van de standaard leidt overigens niet zonder meer tot een woning die, met toevoeging van duurzame opwekkers op eigen perceel, een BENG 2 van 0 kWh/m2.jaar mogelijk maakt. Met name de standaard voor vooroorlogse woningen is daarvoor ruim ontoereikend. Nadere aanscherping van de standaard kan bij invoering van de EPBD dus ook noodzakelijk worden.

Herschikking energielabels
Met de introductie van het nul-emissie gebouw worden ook de energielabels herschikt. Label A komt gelijk te staan aan een nul-emissie gebouw. Label G komt gelijk te staan aan de slechtst presterende 15% van de gebouwvoorraad. Het is aan de lidstaten zelf om op basis hiervan de precieze indeling te maken. Een nieuwe indeling voor Nederland zou er ongeveer als volgt uitzien:

Energieprestatie (kWh/m2.jaar) Nieuwe labels Huidige labels
0 A A++++ / A+++
0 – 60 B A++
70 – 135 C A+ / A
135 – 200 D B / A
200 – 270 E C/D
270 – 335 F E
>335 G F/G

De herschikking betekent dat de huidige label A woningen in de nieuwe systematiek label C woningen worden. Label B woningen worden label D woningen. Hierdoor wordt duidelijker voor woningeigenaren dat het verduurzamen van bestaande woningen naar label B of label A (in de huidige systematiek) onvoldoende is om het eindbeeld voor 2050 te realiseren.

Eisen voor de minimale energieprestatie van bestaande gebouwen
Op Europees niveau komen er minimum-eisen voor de energieprestatie van gebouwen. In het huidige voorstel staat dat uiterlijk in 2030 alle label G woningen uitgefaseerd moeten zijn en dat uiterlijk in 2033 alle label F woningen uitgefaseerd moeten zijn. Het lijkt logisch, gezien het geschetste eindbeeld van een nul-emmissie gebouwenvoorraad, dat Europa ook in de jaren daarna opvolgende eisen gaat stellen in de EPBD, zodat er in 2050 alleen nog nul-emissie woningen (label A) zijn.

Het is daarnaast voor lidstaten ook mogelijk om additionele minimale energieprestatie-eisen te stellen voor renovatie. Nederland loopt daar al een beetje op vooruit door de introductie van de standaard, een minimale eis voor de netto warmtebehoefte van woningen in 2050. Voorlopig is de standaard echter nog niet verplicht, maar slechts richtinggevend voor gebouweigenaren.

De nieuwe EPBD schrijft voor dat een minimale energieprestatie-eis op een kosten-optimaal niveau moet worden gezet. Als de minimale energieprestatie-eis 15% minder streng is dan het kosten-optimale-niveau, dan moet een lidstaat de eis(en) ophogen. De precieze methode voor het bepalen van een kosten-optimaal niveau wordt nog uitgewerkt door de Commissie. Het zal echter een methode worden op basis van een netto-contante-waarde berekening van de beoogde maatregelen.

Aanscherping van de nationale renovatie plannen
In de vorige EPBD werd al van lidstaten geëist dat ze een lange termijn plan voor de verduurzaming van de gebouwenvoorraad opstellen (zie hier de huidige Nederlandse strategie). Deze eis is in de nieuwe EPBD verder aangescherpt. Van lidstaten wordt nu ook verwacht dat het landelijke renovatie plan een volledige uitgewerkt plan is voor de renovatie van de gebouwenvoorraad tot nul-emissiegebouwen, inclusief tussendoelen voor 2030, 2040 en 2050 én de manier waarop dit gefinancierd wordt. Deze eis sluit nauw aan bij de oproep van NRP en Stroomversnelling om te komen tot een landelijke en programmatische aanpak voor renovatie.

De introductie van een renovatiepaspoort
Ook wordt voorgesteld om een renovatie paspoort te introduceren en van lidstaten te eisen dat ze woningeigenaren in staat stellen om hiermee te werken. Een renovatie paspoort is een stappenplan voor gefaseerde renovatie van een gebouw, om zo de energieprestatie te verbeteren tot een nul-emissiegebouw. De Commissie zal de lidstaten een format aanbieden voor het opstellen van renovatie paspoorten, uiterlijk per 31 december 2023. Van lidstaten wordt verwacht dat ze dit uiterlijk 31 december 2024 vertaald hebben naar een format voor woningeigenaren. Het renovatiepaspoort lijkt op wat in Nederland bedoeld wordt met het ‘woonplan’.

Conclusie
Zodra de EPBD van kracht wordt zal dat gevolgen hebben voor de eisen die gesteld worden aan woningen. Eisen die verder gaan dan wat op basis van de huidige regelgeving in Nederland is uitgewerkt. Zeker gebouweigenaren die nu van plan zijn om te gaan investeren in renovatie, doen er goed aan om dit te doen vanuit de eindprestatie voor die woning: nul-emissie in 2050. Dat kan in één keer, maar het kan ook in stappen. Wat het beste is hangt af van de vertreksituatie van het gebouw en de wensen van de  gebouweigenaar.

Deel dit bericht via social media: