Wijkaanpak in de praktijk: waar staan de gemeenten?
Stroomversneller Vincent Oberdorf is betrokken bij de uitrol en doorontwikkeling van het Wijkkompas: een instrument dat gebruikt wordt om het proces van de wijkaanpak in te richten, te begeleiden en te monitoren. Vincent heeft onlangs een uitgebreid onderzoek gedaan naar de huidige wensen en behoeften van gemeenten, als het gaat om ondersteuning bij de wijkaanpak. Aan dit onderzoek hebben 16 gemeenten deelgenomen. Wat is de stand van zaken?
Vincent: “We hebben vooral gekeken naar de uitgangspositie: waar staan gemeenten op dit moment als het gaat om de wijkaanpakken? ‘Het is een zoektocht’ is de belangrijkste gemene deler. Als ik het onderzoek kort samenvat, zijn er zes punten die mij het meest zijn opgevallen.”
1. Onzekerheid leidt tot ‘vingeroefeningen’ en ‘pauzeknoppen’
“De onderzochte gemeenten benoemen inmiddels een aantal strategieën voor de overgangsfase van de Transitievisie naar de wijkaanpak. Door een combinatie van allerlei onzekere factoren en uitdagingen zie je een nadruk op no regret maatregelen, ‘kleine stapjes’, ‘vingeroefeningen’ en het inbouwen van ‘pauzeknoppen’. Technische exercities rond collectieve warmte- en energieoplossingen zijn vaak het startpunt – én een belangrijk selectiecriterium – voor de keuze van wijken. Vervolgens wordt door vrijwel alle gemeenten ook gekeken naar bredere, aanvullende selectiecriteria, en worden kansen gezocht in de aansluiting met bredere gebiedsontwikkelings- en verduurzamingsprocessen.”
2. Experimenteren met regierollen
“Vrijwel iedereen is gestart met het betrekken van professionele stakeholders en bewoners bij het proces. In de wijken wordt vaak stapsgewijs gewerkt, in de zin dat er deelprojecten worden gedefinieerd, bijvoorbeeld op basis van geografie, gebouwtype of eigendomsstructuur. Bijna alle gemeenten experimenteren ook met parallelle sporen wat betreft de regie. Dan zie je dus enerzijds wijken waarin de gemeente stevig de regie voert samen met professionele stakeholders, en anderzijds wijken of deelprojecten waar juist de woningcorporaties of bewonersinitiatieven deels de regie pakken. Voor die wijken en buurten waar géén collectieve warmtevoorziening komt, en voor wijken waar nu geen wijkaanpak gestart wordt, hebben gemeenten behoefte aan ondersteuning bij het faciliteren van een collectieve aanpak voor particulieren. Men realiseert zich dat er meer is dan alléén de aangewezen wijken, en dat het geen kwestie is van of-of maar van en-en.”
3. De olifant: onvoldoende capaciteit
“Als we kijken naar obstakels en uitdagingen, dan springt het – verwachte – gebrek aan capaciteit en financiële middelen eruit. Dit werd in bijna ieder gesprek benoemd als remmende factor. Er is vooral een grote behoefte aan duidelijkheid van het Rijk over de beschikbare middelen. Gekwalificeerde mensen zijn moeilijk te vinden, en gemeenten vrezen een onderlinge concurrentiestrijd op dit punt. Ook lijkt het erop dat er een verschuiving plaatsvindt van behoefte aan technische ondersteuning naar expertise op het gebied van sociale innovaties. Veel gemeenten geven aan dat ze het betrekken van bewoners bij beleids- en besluitvorming zien als een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle wijkaanpak. De meeste gemeenten zijn bereid hun regierol voort te zetten, maar ze zien financiering door het Rijk als een voorwaarde.”
4. Geen wortel of stok
“Een deel van de gemeenten vindt dat er te veel van ze verwacht wordt bij het faciliteren van niet-collectieve oplossingen. Een exemplarische reactie is deze:
Voor mijn gevoel hebben wij als gemeente niet zoveel invloed op de beslissing van burgers om een elektrische auto te kopen. Wij hebben daarbij zeer beperkte bevoegdheden. Hoe krijgen we mensen in beweging? We hebben geen wortel, we hebben geen stok, we hebben alleen een preek: de communicatie. Vervolgens moeten we oppassen dat we mensen niet gaan vermoeien met die preek. Er moet op de eerste plaats een goede eenduidige boodschap komen vanuit het Rijk. Door de onduidelijkheid neem het draagvlak af.
5. Zoektocht naar het juiste proces
“Ruim driekwart van de gemeenten heeft behoefte aan ondersteuning bij het gestructureerd en procesmatig vertalen van de Transitievisie Warmte naar wijkaanpakken. Met name de grotere gemeenten gaan hiermee zelf aan de slag, terwijl de meeste andere gemeenten op zoek zijn naar instrumenten die hen helpen om structuur in de wijkaanpak aan te brengen: de gemene delers, processen en mijlpalen, tools die gebruikt kunnen worden enzovoorts. Ze willen het wiel niet opnieuw uitvinden en de proceskosten moeten beheersbaar blijven. Bijna alle respondenten zien het Wijkkompas in dit opzicht als een kaders stellende, maar tegelijk ook flexibele tool. Het Wijkkompas schetst een algemeen proces waar je op kunt varen, maar waar je ook van af kunt wijken. Eén van de respondenten formuleerde het zo:
Je hebt mensen die visie en beleid maken, en je hebt mensen die beleid uitvoeren. Het Wijkkompas zie ik als de schakel daartussen. Het Wijkkompas bepaalt de tussenstappen, nadat je zelf de visie hebt bepaald. Het is een draaiboek, maar niet in beton gegoten. Het stelt de mijlpalen vast die iedere wijk moet opleveren. Het Wijkkompas geeft zo een stukje algehele programma-sturing: hoe ver zijn we, en waarom doe je het in een bepaald project op die manier? Zo kun je weloverwogen keuzes maken.
6. Onafhankelijk?
“Tenslotte zien veel gemeenten dat de burger behoefte heeft aan toetsing van gemeentelijke informatie en beleidskeuzes door een onafhankelijke externe partij. Bijvoorbeeld als het gaat om de keuze voor specifieke technische oplossingen. Gemeenten geven aan dat ze door bewoners vaak niet als onafhankelijk worden gezien, en ook niet als kennisautoriteit, maar wel als belanghebbende.”