Wocozon treedt toe tot Stroomversnelling
Stichting Wocozon (Woningcorporaties Zonne-energie) werd opgericht in 2012 en werkt inmiddels voor ruim 55 woningcorporaties: “We hebben al ruim 45.000 sociale huurwoningen voorzien van een zonnestroom installatie. Afgelopen jaar kwamen daar 1.000 nieuwe woningen per maand bij,” rapporteert oprichter Roland van der Klauw. Wocozon is daarnaast ook op kleine schaal actief in batterijen en PVT-panelen. En in het Buurblok concept dat met Bouwgroep Dijkstra Draisma werd ontwikkeld komen veel elementen uit de toekomstvisie van Wocozon samen.
Roland van der Klauw volgde ooit een opleiding aan de Militaire Academie, en hij heeft een verleden als beroepsofficier. Terug in de burgerwereld werkte hij onder andere bij Fokker en TNO. “Bedrijfsoverschrijdende samenwerking” is de rode draad door zijn cv. En lang voor het ontstaan van Stroomversnelling hield hij zich al bezig met de vraag hoe je in Nederland tot een energieneutrale gebouwde omgeving komt.
Roland: “Dat bleek geen technisch probleem te zijn. Je hebt vooral schaalgrootte nodig, een entiteit die het trekt, financiering, en een narrative zoals we dat tegenwoordig noemen, oftewel een goed verhaal. Als je die vier elementen in handen hebt kun je een deuk in een pakje boter slaan. Die analyse sluit denk ik nog steeds goed aan op de filosofie van Stroomversnelling.”
Roland heeft ‘in de beginjaren’ onder andere meegewerkt aan het Blok voor Blok-programma voor verduurzaming van bestaande woningen, en hij stond ook mede aan de wieg van het Energiesprong-programma, wat de directe voorloper was van Stroomversnelling.
“In Rotterdam kwam ik als trekker van Blok voor Blok voor de koopsector in contact met woningcorporaties. Die zeiden dat ze graag hetzelfde wilden voor hun huurders, zodat die ook konden profiteren van zonne-energie. Hiervoor waren grofweg drie randvoorwaarden: huurders kunnen niet investeren, corporaties willen niet investeren, en een externe partij moet het hele proces organiseren. Dat was de start van Wocozon, in 2012. De narrative was dat de huurders alleen hoefden te betalen voor daadwerkelijk op hun dak opgewekte kilowatturen, en dat de prijs gegarandeerd lager zou zijn dan het straattarief van het energiebedrijf. Inmiddels zijn we ruim 45.000 woningen verder.”
Je hebt gekozen voor de rechtsvorm van een stichting.
“Klopt. Wocozon is een stichting die kostendekkend moet draaien. Statutair hebben we bepaald dat alle rendementen opnieuw besteed moeten worden aan duurzame projecten die zijn gerelateerd aan de sociale sector, met als doel het creëren van een revolving fund. We leggen niet alleen zonnepanelen: Wocozon financiert daarnaast ook zaken die nodig zijn voor duurzame energieopwekking, en die een woningcorporatie wettelijk niet mag of niet kan doen, of die ze zelf niet willen exploiteren of financieren.”
“Die taakopvatting heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat we samen met Bouwgroep Dijkstra Draisma het Buurblok concept hebben ontwikkeld, dat corporaties de mogelijkheid geeft om woningen te leasen. Een Buurblok bevat een smart grid, waardoor huurders stroom kunnen leveren aan een gemeenschappelijke voorziening. Zo’n smart grid mag een corporatie wettelijk gezien niet aanleggen. Daarnaast zit er ook een mini-warmtenet in het concept. Daarmee zit je ook op de grens van wat een corporatie mag. En er zitten ook elektrische deelauto’s in het concept, wat ook niet past in de core business van een corporatie. En als iets niet mag, maar wél verstandig is, dan financieren wij het.”
“Afgezien van dit soort innovatieve concepten is Wocozon heel saai, zeg ik altijd. We hebben alles gestandaardiseerd. Iedereen mag kiezen wat ie wil, als het maar een zwart zonnepaneel is, van één en hetzelfde merk. We hebben één type micro-omvormer, één type materiaal, één type monitoring, één type financiering en één proces. Dat is een manier om schaalgrootte te creëren. We doen nu 12.000 woningen per jaar, en dat lukt niemand anders in de sociale sector. Daarnaast letten we scherp op de veiligheidseisen. Installatiebedrijven moeten VCA** gecertificeerd zijn, InstallQ gecertificeerd zijn en werken conform de Scope-12 eisen.”
Er wordt de laatste tijd veel gesproken over de voor- en nadelen van opslag in batterijen. Hoe kijk jij daar tegenaan?
“Je hebt de buurtbatterij en de thuisbatterij. Elke woning uitrusten met een dure lithium-ion thuisbatterij is absoluut onverstandig, want dat heeft een milieu-impact van heb ik jou daar. Maar het rapport van het Expertteam Energiesysteem 2050 en andere lange termijn beleidsvisies geven aan dat we naar een volledig geëlektrificeerde gebouwde omgeving gaan: wonen, werken recreëren én mobiliteit. Dat betekent in de Nederlandse praktijk dat je je energie lokaal moet gaan houden en dat er een vorm van buffering van stroom en warmte moet zijn op buurtniveau. Liefst met grote, goedkope oplossingen zoals zoutbatterijen die je ingraaft in een parkje. Daarnaast krijg je ook EV-mobiliteit in de wijk: de accu’s van auto’s zijn straks ook een onderdeel van het systeem. In 2040 moet alle energie-opwek die nodig is in een wijk duurzaam zijn. Dat betekent vier keer zoveel zonnepanelen als nu: alle daken volgelegd. Daarnaast moet de warmte gebufferd worden. Dat betekent mini-warmtenetjes en mini smart grids. Bijvoorbeeld voor 100 woningen of voor een wijkje. Uiteindelijk is het idee dat je dat allemaal slim aanstuurt als één energiesysteem.”
Wat doet Wocozon op dit moment als het gaat om opslag?
“Er draaien een paar proefopstellingen. Bij een groepje van zes gemiddelde woningen met normale zonnepanelen hebben we bijvoorbeeld batterijen van verschillende grootte getest om te bekijken wat dat doet met het directe stroomverbruik. Zonder te sturen, en zonder dat de huurders er bewust mee bezig zijn. Uit die proef bleek dat je dan van 30% naar 65% direct verbruik gaat.”
“We kunnen op dit moment ook al 110 mW stroomproductie op buurtniveau aan- en uitswitchen, te vergelijken met een park met 20 windmolens. Dat is interessant voor de netbeheerder, want dan kun je op wijk- of gemeenteniveau het spitsuur op het stroomnet beter beheersen. Wocozon is op dit moment de enige partij uit de sector die dit op middenspanningsniveau kan regelen. De wetgeving moet nog een beetje worden aangepast, op termijn zullen de netbeheerders daar blij mee zijn. Maar uiteindelijk gaan we naar slimmere energiemanagement-systemen toe op buurtniveau, waarbij je niet de hele productie stopzet, maar afknijpt of naar een buurtbatterij stuurt, zodat er niet teruggeleverd wordt.”
Ontwikkelen jullie al die slimme toepassingen in huis?
“We hebben inderdaad een afdeling ‘Business Development ’ waar drie mensen bezig zijn om – zoals ze het zelf zeggen – mijn wilde ideeën om te zetten in bruikbare concepten.”
Je hebt een aantal columns gepubliceerd over salderen. Een onderwerp dat al maanden voor flink wat polarisatie en zelfs voor emotionele reacties zorgt. Kun je die discussie duiden voor ons, en daarbij ook netcongestie meenemen, waar je net al een bruggetje naar maakte?
“Zoals ik al zei: in 2040 moeten we de gebouwde omgeving geëlektrificeerd hebben. Dat gaat om ongeveer een factor 4 meer stroom. Alle kabels met een factor 4 verdikken, dat gaat netbeheerders niet lukken. Daarom zitten we nu al met het probleem van netcongestie. We moeten dan ook naar lokale energiesystemen: local energy communities zoals de EU ze noemt. Het ETES, het Nationaal Programma Energiesystemen en de nieuwe Energiewet gaan allemaal die kant op. De langetermijnvisie voor Nederland is dus dat je stroom lokaal houdt en onderling deelt. Zo verminder je het netcongestie-probleem, omdat er minder getransporteerd hoeft te worden. En anderzijds heb je de salderingsregeling niet meer nodig op het moment dat je alle energie onderling kunt delen.”
“Echter, als je op dit moment de salderingsregeling al zou afschaffen, dan ga je nu de mensen die pas zes paneeltjes op hun dak hebben liggen gedurende acht jaar ontmoedigen. Zo raak je dus het draagvlak voor de energietransitie kwijt. Geen enkele burger die dan de komende jaren nog zonnepanelen legt. En in 2032 zeg je vervolgens als overheid: wacht even, over acht jaar moeten we al klaar zijn met de elektrificatie, laten we iets bedenken om de Nederlandse daken vol te krijgen. Daarom is mijn standpunt: hervorming van de saldering is prima, maar je moet het wél slim doen. Het belangrijkste is dat je het oog op de bal houdt, en dat je kijkt naar de langetermijnvisie. We moeten de energietransitie laten slagen en dat betekent heel simpel: zon op dak. Dus als je nu je burgers frustreert en het leggen van zonnepanelen ontmoedigt, nota bene het meest zichtbare aspect van de hele energietransitie in de gebouwde omgeving, dan ben je niet slim bezig. Daar komt nog bij dat de energiebedrijven een lobby zijn begonnen met als resultaat pure kaalslag. De actie van Vandebron in augustus 2023; consumenten laten betalen voor teruglevering, zorgde eerst voor veel ophef en werd vervolgens weer halfslachtig teruggedraaid. Dat was heel slecht voor de PV-markt. Inmiddels zie je dat stapje voor stapje een groeiende lijst energieleveranciers kosten doorberekent aan huishoudens die zonnestroom terugleveren aan het net. Tegelijkertijd worden de werkelijke kosten die de energieleveranciers maken sterk overdreven door de branche.”
Waar pleit jij dan voor?
“We moeten iets doen aan netcongestie, we moeten ervoor zorgen dat men niet onbeperkt het stroomnet kan gebruiken, dat spreekt vanzelf. Maar dat doe je niet door de kleinverbruiker met zes panelen dwars te zitten. Je moet kijken naar grotere actoren die een concreet handelingsperspectief hebben. De kleinverbruiker heeft dat handelingsperspectief niet, en zal daarom volledig afhaken. De vraag is wat mij betreft dan ook niet: ben je voor of tegen saldering? We hebben een oplossing nodig die ervoor zorgt dat mensen in de sociale huur, én woningbezitters, handelingsperspectief houden.”
“Een onderliggend probleem is dat energiebedrijven hun huidige businessmodel zien verdwijnen. Als we onze lange termijn visie voor de gebouwde omgeving daadwerkelijk realiseren, is dat voor energiebedrijven heel lastig omdat de energie lokaal blijft, dus onderling uitgewisseld wordt en achter de meter blijft. Dan word je als energiebedrijf deels overbodig. Ik denk dat ze daarom zo agressief zijn in hun huidige acties die erop gericht zijn om saldering de nek om draaien. Het zou mooi zijn als energiebedrijven zouden stoppen met het misbruiken van hun monopolie-positie.”
Roland van der Klauw’s alternatief voor het afschaffen van saldering
Roland stelt het volgende stappenplan voor, met als doel om de sociale sector en de kleinverbruiker/opwekker te ontzien, en meer kapitaalkrachtige partijen te stimuleren om opslag en slim laden in te voeren:
- Intrekken van het huidige wetsvoorstel.
- Een salderingsquotum van 2.500 kWh/jaar opnemen in de nieuwe Energiewet (die ingaat per 1 januari 2026).
- Opnemen in de nieuwe Energiewet dat kleinverbruikers in hun eigen buurt zonder leveringsvergunning mogen leveren aan elkaar (staat al in het concept wetsvoorstel).
- Opnemen in de nieuwe Energiewet dat buurten een gezamenlijke centrale aansluiting kunnen krijgen, waarachter een lokaal energiesysteem draait met opwekking, opslag (stroom en warmte) EV-laden en verdelen. Dit voorkomt netcongestie omdat energie dan echt lokaal blijft.
- Als dit systeem is geïmplementeerd op grote schaal is salderen naar verwachting tegen 2040 overbodig.
- Specifiek voor NOM woningen (hoge opwekking, hoog gebruik) zal er een aparte regeling moeten komen bijvoorbeeld 2 x 2.500 kWh als quotum.
Tekst: Anton Coops
Beeld: Wocozon