Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

Voorbij de ondergrens: wijkaanpak als gebiedsgericht instrument

“De wijkaanpak wordt steeds vaker weggezet als een bot instrument met megalomane trekjes. Het argument dat je hoort is dat alles wordt aangepakt vanuit de techniek, met als resultaat eenheidsworst. Ik snap wel waar dat vandaan komt, maar ik vind het geen representatief beeld. Het is meer de ondergrens. Een wijkaanpak kan er in positieve zin juist voor zorgen dat je, met de energie die je in een gebied steekt, een betere en toekomstbestendige leefomgeving bereikt.”

Aan het woord is Yael Aartsma, zij is Programmamanager ‘Wijken met nieuwe energie’ bij Stroomversnelling. Sinds begin 2020 werkt ze mee aan de doorontwikkeling van het Wijkkompas, een tool die inmiddels door diverse gemeenten gebruikt wordt om verduurzamingsprocessen op wijkniveau in te richten. Gemeenten gebruiken dit instrument in hun projectteams, bestaande uit mensen van de gemeente, professionele belanghebbenden en burgers. Het Wijkkompas helpt deze projectteams om hun proces gestructureerd, transparant en in goede samenwerking te doorlopen.

We vragen Yael om te reflecteren op de stand van zaken rond de wijkaanpak. In bestuurlijke kringen horen we de laatste tijd dat een stap-voor-stap aanpak op individueel niveau te verkiezen is boven collectieve aanpak in de buurt of de wijk. Volgens Yael hebben we hier voor een deel te maken met een valse tegenstelling. Zij ziet zelf meer in én én: “Waar wij als Wijkkompas team in onze samenwerking met gemeenten steeds meer achter komen, is dat die collectieve aanpak op allerlei niveaus – of het nou gaat om een gebouwtype, een bepaalde doelgroep, een buurt of een wijk – juist een mooie manier kan zijn om heel gebiedsgericht te werken. Mét behoud van opschaalvoordelen waar dat nodig is of mogelijk is, en zonder dat je de stap-voor-stap aanpak uitsluit.”

Nukkige narratieven en frustrerende frames
“Ik denk dat er bij het inzetten van de wijkaanpak veel gezocht wordt naar opschaling en vaart maken. Je hebt het ook vaak over een relatief groot gebied dat je in één keer zou willen verduurzamen. Enerzijds is opschaling natuurlijk belangrijk, maar anderzijds ontstaat dan inderdaad het risico dat je heel planmatig en vanuit de techniek gaat redeneren en werken, waarbij je voorbij gaat aan de specifieke context van de wijk, de buurt of een dorp. Dat is de kritiek op de wijkaanpak die je het vaakst hoort: het zou niet aansluiten op de bewoner en de lokale omstandigheden.”

“En ja, het komt inderdaad voor dat mensen achter een bureau gaan zitten en een plan maken, puur vanuit de techniek. Je weet in deze fase van de energietransitie nog niet precies hoe het moet, je weet nog niet welke oplossingen er zijn, je gaat dat dus nog uitvinden. Je weet nog niet hoe je het gaat betalen, je gaat er allerlei business cases over maken. In zo’n setting sluipt inderdaad het gevaar erin dat je uiteindelijk in je plannen voorbij gaat aan een belangrijke vraag, namelijk: wat past er bij deze wijk? Zo kan het lopen, maar het is niet inherent aan de wijkaanpak. Ik vind het frustrerend dat de wijkaanpak inmiddels wordt geassocieerd met – om een groot woord te gebruiken – technocratie. De coronacrisis heeft dat versterkt, want het werd lastiger communiceren met de bewoners.”

Naar een toekomstbestendige leefomgeving
“Ik denk dat het grootste voordeel van de wijkaanpak juist is dat je een flinke effort gaat steken in een bepaald gebied. En dan kom je meer tegen dan alleen de energietransitie; andere zaken die óók om aandacht vragen. Bijvoorbeeld transitieopgaven zoals sociale cohesie, mobiliteit, klimaatadaptatie, natuurinclusiviteit, noem maar op. Je kunt dus de energietransitie leidend maken, maar je kunt ook per gebied de belangrijkste opgaven als gelijkwaardige onderdelen meenemen in je traject. Dat gaat uiteraard niet lukken als je ‘stap voor stap’ alleen naar specifieke woningen kijkt.”

“De vraag is wat mij betreft: hoe zorgen we ervoor dat we in een bepaalde wijk een zodanige ontwikkeling kunnen doormaken dat we uiteraard verduurzamen wat betreft CO2 uitstoot, maar vooral ook dat de hele wijk er beter van wordt. Vaak zullen bewoners niet warmlopen voor een warmtenet, maar als de straat die daarvoor open en dicht moet een speelstraat wordt, voor kinderen die eigenlijk geen speeltuin in de buurt hebben, dan lukt het wél. Waar het uiteindelijk op neerkomt is dat we met z’n allen bezig zijn om onze leefomgeving toekomstbestendig te maken.”

Het kan wél
“Een mooi voorbeeld van een succesvolle wijkaanpak vind je bijvoorbeeld in Selwerd in de gemeente Groningen. Daar is samen met de bewoners nagedacht over de vraag hoe je de wijk toekomstbestendig kunt maken. Gezondheid bleek het belangrijkste thema te zijn. Dat heeft te maken met minder uitlaatgassen, maar ook meer speelruimte voor kinderen. Dan ga je aan de slag met verduurzaming, in de zin van aardgasvrij maken, maar je bent ook bezig met speelstraten maken. En bewoners staan erachter, want wie wil er nou niet een gezondere buurt voor jezelf, je kinderen en je kleinkinderen? Dat is geen verhaaltje of frame, maar gewoon de doelstelling waar je dan in de wijk samen aan gaat werken, en daar heb je verschillende bouwstenen voor nodig. Er zijn natuurlijk meer stakeholders dan alleen de bewoners. Het Wijkkompas is dan weer een mooie tool die kan helpen om dat overzicht te behouden. En zo zijn er veel meer mooie voorbeelden te vinden, zoals de Gillisbuurt in Delft, waar juist sprake was van een herontwikkelingsopgave, of de aanpak van ‘Zuid-West’ in Leiden, wat een vrij grote wijk is waar men nu met succes stapsgewijs, dat wil zeggen in deelgebieden, aan de slag gaat.”

Deel dit bericht via social media: