Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

De Shift magazine gepresenteerd

Stroomversnelling organiseert dit jaar – en komend jaar – een reeks online evenementen onder de titel ‘De Shift’. De centrale vraag is steeds: hoe krijg je als woningcorporatie de energietransitie gepland en geprogrammeerd? Hoe stap je over van het projectmatig verduurzamen van plukjes woningen naar een overkoepelende programmatische aanpak, waarbij je de hele portefeuille overziet en koersvast afstevent op een CO2 neutrale woningvoorraad in 2050.

De hoofdrolspelers in De Shift zijn zes woningcorporaties van diverse pluimage, die ieder op hun eigen manier een lange termijn strategie hebben uitgestippeld die leidt naar een toekomstbestendige portefeuille in 2050. Het gaat om De Alliantie, Vivare, Casade, Woonstichting Valburg, Woonconcept en deltaWonen. In de eerste aflevering van De Shift, die plaatsvond op 1 april, maakten we al kennis met een paar kartrekkers die binnen hun organisatie aan deze omslag werken.

Shift magazine
Vervolgens heeft een team van Stroomversnellers gedurende de zomer een serie interviews afgenomen, en tal van aanvullende gesprekken gevoerd, om de tot nu toe geleerde lessen en inzichten te kunnen vastleggen. Het resultaat is een praktische, praktijkgerichte handreiking voor woningcorporaties in de vorm van een magazine dat u hier gratis kunt downloaden.

Zes uiteenlopende verhalen
Simon Verduijn (Stroomversnelling) over de handreiking: “In dit magazine lees je de verhalen van zes corporaties die de stap hebben gezet van projectmatig werken naar programmatisch werken. Het zijn zes heel verschillende verhalen, die wél allemaal uitkomen op programmeren. We hebben ook gekeken naar de rode draad die erin te ontdekken valt. Een belangrijk kenmerk van programmatisch werken is dat je projectoverstijgende doelen wil realiseren. In dit geval een CO2 neutrale gebouwde omgeving in 2050. Dat doel is nog ver weg, en daarom moet je op een andere manier gaan nadenken over de vraag hoe je dat met elkaar gaat organiseren.”

“Als je hiermee start als organisatie kun je er vrij druk mee zijn. Als je niet gewend bent om langer dan vijf jaar vooruit te kijken is dit echt wel iets anders. Het vraagt andere competenties, andere besluitvorming, en je gaat op een andere manier tegen je portefeuille aankijken. Je kunt je voorraad indelen op allerlei hoofdkenmerken, zoals bijvoorbeeld het type woning – eengezinswoningen of hoogbouw – maar je ziet dat iedere corporatie daarbij een eigen aanpak kiest. De een gaat uit van natuurlijke onderhoudsmomenten, de ander kijkt bijvoorbeeld veel meer naar bouwdelen. We hebben overigens gemerkt dat taal een lastige factor is bij de indeling. De een praat over segmenten, de ander over archetypen, weer een ander over bouwdelen. Dat vraagt wel aandacht: zorg dat je in je eigen organisatie één taal spreekt en dit ook deelt met je ketenpartners. Als je dit stroomlijnt kun je ook makkelijker gezamenlijk inkopen.”

Netwerksturing en transitiemakelaars
Jacqueline Cramer (hoogleraar duurzaam innoveren en oud-minister VROM) en Leen van Dijke (voorzitter Stroomversnelling) geven aan het begin van de tweede Shift hun visie op wat er moet gebeuren om de energietransitie in de gebouwde omgeving verder te versnellen.

Jacqueline Cramer: “De overheid werkt vanuit heel algemene doelstellingen, maar degenen die het échte werk moeten uitvoeren hebben nu nog onvoldoende handvatten, en ze zijn ook nog niet goed genoeg georganiseerd om daadwerkelijk een versnelling tot stand te brengen. Daarom bepleit ik dat er twee vormen van sturing komen: enerzijds krachtigere overheidssturing en anderzijds netwerksturing door de partijen die er gezamenlijk voor moeten zorgen dat de doelen gerealiseerd worden – op een ambitieus niveau. Dat is niet sturen in de zin van ‘we gaan het er even doorheen drukken’ maar juist in samenwerking met de bewoners. Want dat is in de praktijk een groot probleem: als je ingrijpende maatregelen wil invoeren, dan moet je de mensen die het betreft zeggenschap geven over het hoe en wat. Ze moeten niet het gevoel krijgen dat er alleen maar een technische agenda is. Er moet ook worden nagedacht over zaken als de leefbaarheid in de wijk. Daar heb je een neutrale, belangeloze partij voor nodig, een transitiemakelaar die het vertrouwen krijgt en ook in staat is om een positieve vibe te creëren. Zo’n gezamenlijk proces levert uiteindelijk besparingen op, bijvoorbeeld doordat je gezamenlijk kunt gaan inkopen, maar in eerste instantie kost het ook geld. Daarom wil ik graag een oproep doen om ook te investeren in dit soort procesgeld. Het is peanuts vergeleken met innovatiegelden, maar het is wezenlijk om met elkaar in netwerken systeemveranderingen van de grond te krijgen.”

Leen van Dijke “Het is inderdaad waar dat de overheid vrij algemene doelstellingen heeft, maar ik heb goede hoop dat aan de onderhandelingstafel van het regeerakkoord inmiddels het besef is doorgedrongen dat we tot concretere stappen moeten komen, dat er bijbehorende budgetten beschikbaar moeten komen én dat er een minister van Wonen moet komen die sturing gaat geven aan de woningnood en aan de verduurzaming van de gebouwde omgeving. Ik denk bijvoorbeeld aan strengere normen voor financiering van koopwoningen, gekoppeld aan verduurzaming, en aan het afschaffen van de verhuurdersheffing op zo’n manier dat er een extra prikkel ontstaat voor het verduurzamen van woningen.”

De psychologie van De Shift
Een heel bijzondere bijdrage komt deze keer van gedragspsycholoog Reint Jan Renes (lector Psychologie voor een Duurzame Stad). In zijn keynote stipt hij zo’n beetje alle denkbare psychologische valkuilen aan waar onderlinge samenwerking binnen de energietransitie op stuk kan lopen. En hij legt uit hoe je teleurstellingen kunt voorkomen. Een must see dus!

Reint Jan Renes: “De dingen waar we ons van bewust zijn, daar handelen we niet altijd naar. Het klimaatprobleem wordt inmiddels wel erkend, door de wetenschap en ook door sommige regeringsleiders, maar we vinden het heel moeilijk om zelf echt een shift te maken, dus concreet andere keuzes te maken in de manier waarop we wonen, werken, reizen en consumeren. Je ziet vaak dat het eerst nog eens van een andere kant wordt bekeken en dat we maar blijven uitstellen. In het Shift magazine staat een mooie quote van Karin Priem (Casade): ‘Als je 75% kunt overzien moet je gewoon beginnen’. Die neiging om dingen uit te stellen is juist bij klimaatvriendelijk gedrag vrij sterk. Maar waar we wél heel goed in zijn, is onszelf een beetje voor de gek houden.”

Giftige psychologische mix
Reint Jan Renes: “We hebben te maken met een giftige psychologische mix die specifiek bij de klimaatproblematiek hoort. Waar zit ‘m dat nou in? Eén aspect zijn de automatismen en gewoonten die je moet gaan doorbreken en opgeven. Dat kost vaak meer moeite dan we denken. Een tweede aspect is de voorwaarde van collectieve actie. Duurzaam gedrag kun je wel in je eentje doen, maar het effect ontstaat pas als we het echt samen doen. Dat vinden we ook heel complex. Een derde factor is het zogenaamde ‘zelf-ander-compromis’. Dat betekent dat we zelf iets moeten opgeven, terwijl anderen er baat bij hebben, bijvoorbeeld de toekomstige generaties. Dat houdt in dat je vanuit heel andere waarden moet gaan handelen. Als je alleen maar kijkt naar ‘what’s in it for me’ dan is de motivatie om voor duurzaamheid in actie te komen heel erg klein. Je moet dus accepteren dat duurzaam gedrag jou iets kost, maar dat dit niet erg is, omdat je weet dat je het ergens voor doet. Als je met elkaar aanvoelt dat je niet op die manier in de race zit, dan wordt het heel lastig om in actie te komen. Een vierde factor is de lange tijdshorizon: je ziet pas over twintig of dertig jaar de effecten van wat je nu doet. De vraag is zelfs òf we effect gaan zien. Dat vinden we ook heel complex. Directe feedback werkt veel beter bij gedragsverandering. Ten slotte hebben we het probleem van abstractheid: je moet erkennen dat het vraagstuk moeilijk te definiëren is. Je kunt CO2 niet zien of ruiken of vastpakken. Dat maakt het moeilijk om er direct een handelingsperspectief aan te koppelen. Daarom moet je samen heel concrete doelstellingen formuleren. Zolang je het generiek houdt vinden we het allemaal wél heel belangrijk – en gaan we er misschien ooit iets aan doen.”

De bestuurderstafel en de energietransitie
De tweede Shift wordt afgesloten met een panelgesprek. De deelnemers zijn Karin Priem (Casade), Bert Krikke (VTW, Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties), Menno van der Veen (deltaWonen), Maartje Brans (de Alliantie) en Marc Jansen (Woonstichting Valburg).

Leen van Dijke: “Als het gaat over de energietransitie in de gebouwde omgeving, dan hoor je in de politiek vaak dat het wél ‘haalbaar en betaalbaar’ moet zijn. Zouden jullie daar op willen reageren?”

Marc Jansen: “Het heeft mijn voorkeur om vooral te kijken naar de waarden die we leveren als volkshuisvesters. Die waarden moet je kunnen betalen, maar als je niet nu al begint aan de transitie dan zul je uiteindelijk een veel hogere rekening moeten betalen.”

Maartje Brans: “Als we kijken naar de opgave die nu voor ons ligt, dan is het een enorme uitdaging om het betaalbaar te houden. Dat doen we door te kiezen voor slimme oplossingen en door bewuste keuzes te maken.”

Karin Priem: “Je moet kunnen bijsturen. Je zegt dus geen ja tegen de aanpak van honderden woningen, maar je begint gefaseerd een programma te doorlopen. En als je met stijgende bouwprijzen te maken hebt, of met een stijgende behoefte aan nieuwbouw om de woningnood in te dammen, dan moet je mogelijk iets wijzigen.”

Leen van Dijke: “Jullie zien de energietransitie-opdracht voor je, en jullie gaan vanuit je eigen competenties strategische plannen maken. Hoe verhoudt zich dat tot de verantwoordelijkheden van een Raad van Toezicht of Commissarissen?”

Maartje Brans: “Ik vind het zelf heel belangrijk dat je aan de voorkant het gesprek voert met je Raad. Dat je met elkaar een verduurzamingsstrategie maakt en doorleeft, en dat je de kaders bepaalt waarbinnen je de ruimte krijgt om deze opdracht uit te voeren. Afhankelijk van het type corporatie, de omvang, je bezit en je financiële positie zijn er verschillende strategieën te kiezen. En je gaat pas terug naar je Raad als er iets verandert, waardoor je niet meer conform je strategie kunt handelen.”

De woningcorporaties aan het woord
De zes woningcorporaties vertelden in detail over hun aanpak in een aantal deelsessies. Ten slotte gaven Klaas Vegter en Niels Sijpheer van Stroomversnelling een korte update over o.a. de ontwikkelingen rond de EPV 2.0 en de Standaard en Streefwaarden.

Deel dit bericht via social media: