Zoeken

Generic filters
Exact matches only
Stroomversnelling op linkedinStroomversnelling op twitterStroomversnelling op youtubeStroomversnelling op flickr

Geslaagde Samenwerkdag over rechtvaardige energietransitie

De Samenwerkdag van 20 juni ging over een thema dat in zekere zin nieuw is voor Stroomversnelling. De rechtvaardige energietransitie is in korte tijd een hot topic geworden, vooral onder beleidsmakers, onderzoekers en politici. Wat kan een praktijkgerichte vereniging als Stroomversnelling bijdragen op dit onderwerp?

“Een rechtvaardige energietransitie klinkt een beetje als witte sneeuw of groen gras”, stelt dagvoorzitter Jeske Zonneveld (Squarewise) aan het begin van de Samenwerkdag. Een opmerkelijk positieve opening in het licht van alle aandacht voor rechtvaardigheid in recente rapporten van onder andere de WRR, Expertteam Energiesysteem 2050 en TNO. Begin juni liet het kabinet zelfs weten dat rechtvaardigheid een expliciet onderdeel wordt van het klimaat- en energiebeleid, met daarbij de aantekening dat veel klimaat- en energiebeleid nu al hartstikke goed scoort langs de lat van rechtvaardigheid – in de ogen van het kabinet althans. Is er dan toch sprake van “witte sneeuw” en “groen gras”? Voorlopig nog niet, want een dag later al moet de minister-president zich verantwoorden voor zijn opstelling inzake de gaswinning en de aardbevingen in Groningen in een tumultueus Kamerdebat.

In Groningen wordt de onrechtvaardige kant van de huidige energietransitie nadrukkelijk gevoeld. Begrijpelijk dus dat juist de gemeente Groningen aan Stroomversnelling heeft gevraagd om te komen tot een praktische handreiking voor de leden, die daadwerkelijk handen en voeten geeft aan het begrip ‘rechtvaardige energietransitie’. De eerste stappen zijn inmiddels gezet, en het resultaat dat er nu ligt is een ‘levend document’ waarin vijf leidende principes worden benoemd en uitgewerkt. Die vijf principes zijn: beschikbaarheid, inclusiviteit, duurzaamheid, toekomstgerichtheid en transparantie. Het doel van deze Samenwerkdag is om, zoveel mogelijk aan de hand van concrete voorbeelden, een beeld te krijgen bij de principes. Een volgende stap is om te kijken hoe je één of meer principes verder kunt uitwerken of bediscussiëren binnen je eigen organisatie, zodat je er ook zelf invulling aan kunt geven.

Ivo Opstelten (directeur Stroomversnelling) koppelt in zijn inleiding rechtvaardigheid aan het Klimaatakkoord, waarin de principes ‘haalbaar en betaalbaar’ nog leidend waren. “Vervolgens kregen we de energiecrisis en de materialencrisis, en voor je het weet loop je dan het risico dat partijen gebruik maken van ‘graaiflatie’ kansen. In de energietransitie willen we dit effect voorkomen. Een ander voorbeeld: uit TNO-onderzoek blijkt dat het risico op energiearmoede het grootst is bij bijstandsmoeders. Deze groep heeft ook eerder gezondheidsproblemen die mogelijk woning-gerelateerd zijn, én ze hebben minder toegang tot technische oplossingen. Dit betekent dat een goede oplossing voor deze groep minder snel voorhanden is. In het vocabulaire van de rechtvaardige energietransitie heb je het dan over beschikbaarheid.” Ivo Opstelten nodigt de deelnemers uit om aan de hand van de cases en eigen ervaringen in gesprek te gaan over de vijf principes, ook met de bedoeling om de Stroomversnelling handreiking nog een stap verder te brengen.

Keynote Platform31
Patrick van Lunteren (Platform31) is praktiserend SP’er en ex-wethouder. Hij geeft een keynote over het effect van inkomensverschillen op het binnenstedelijk milieu, aan de hand van de situatie in Utrecht. In de visie van Platform31 – gebaseerd op tal van onderzoeken – is de manier waarop verstedelijking in Nederland georganiseerd wordt “de basis van onrechtvaardigheid”. Een systemisch probleem dus. “De flats in Overvecht waren ooit een hele stap vooruit voor veel bewoners, maar tegenwoordig wil je in Leidsche Rijn wonen. Overvecht is nu een verloederde plek voor de kansarmen van deze wereld,” aldus Patrick. Een ander systemisch probleem dat Patrick aankaart is verkokering: “Er zijn 26 verschillende nationale programma’s voor de fysieke leefomgeving. Ze hebben allemaal een eigen narratief, een eigen aanjaagteam, en hun eigen specifieke uitkeringen. En veel programma’s zijn gericht op onderwerpen die gerelateerd zijn aan rechtvaardigheid.”


De vertaalslag van BAM Wonen
Tom Stolker (Commercieel manager BAM Wonen) was direct betrokken bij de totstandkoming van de huidige handreiking; hij heeft deelgenomen aan de ontwikkeltafels. Interessant dus om te horen welke feedback hij heeft gekregen van zijn collega’s. De belangrijkste vraag waar BAM Wonen als aanbieder en bouwer mee zit is: “Waar hebben wij daadwerkelijk invloed op als je kijkt naar rechtvaardigheid?”. Een andere vraag is: in hoeverre huldigen wij de vijf principes nu al binnen onze organisatie? BAM heeft gekozen voor een praktische interpretatie van de handreiking: focus op twee van de vijf principes, te weten ‘beschikbaarheid’ en ‘duurzaamheid’. In een deelsessie vertelt Tom over deze keuze en hij illustreert een en ander met praktijkvoorbeelden uit een project in Steenwijk.

‘Beschikbaarheid’ gaat over de vraag hoe je duurzame oplossingen voor iedereen bereikbaar maakt. Anders gezegd: hoe zorg je voor het best passende, betaalbare aanbod, zonder bepaalde doelgroepen uit te sluiten. Tom Stolker: “BAM Wonen richt zich vooral op het aanpakken van woningen van woningcorporaties en beleggers. Je kunt je natuurlijk afvragen of dat rechtvaardig is, omdat we ons daarmee niet op grote schaal richten op VvE’s en particulieren. Maar wij geloven erin dat een scherpe focus kan leiden tot een flinke versnelling, en anderzijds hebben we ons NOM-aanbod voor woningcorporaties in de afgelopen jaren flink verbreed. Naast de klassieke ‘theemuts’ renovatie waarmee we tien jaar geleden zijn begonnen – overigens nog steeds een aanpak met een goede businesscase vanuit de TCO benadering, maar wél met een relatief hoge initiële investering – hebben we nu ook het Fits-concept. Dit zorgt ervoor dat je als woningcorporatie aan de slag kunt met een grotere groep woningen, omdat de initiële investering lager ligt. Je verbetert zo dus de beschikbaarheid op de korte termijn. En als een woningcorporatie wél de ambitie heeft om bewoners zo snel mogelijk EPV te laten betalen, maar niet meteen kan investeren in een volledige NOM-renovatie, dan bieden we ook de mogelijkheid om de energiemodule te leasen, of om geen voorzetgevel toe te passen maar met hoogwaardig isolatiemateriaal de oplossing in de spouw te zoeken, waardoor er alsnog EPV geïnd kan worden.” BAM Wonen vindt het daarnaast ook belangrijk om bewoners te enthousiasmeren voor een renovatie. Dit houdt in dat er gerichte communicatie plaatsvindt. Of het nou gaat om taalvaardigheid of om aanpassingen voor oudere bewoners met fysieke beperkingen: maatwerk in de communicatie en in de planvorming is cruciaal.

Het principe ‘duurzaamheid’ vertaalt Tom naar de vraag: “Hoe dragen we bij aan de feitelijke gezondheid van de gebouwde omgeving op de korte en lange termijn?” De klimaateffectenscan is een belangrijke tool voor het bepalen van de maatregelen per project, rekening houdend met factoren als wateroverlast, overstromingsgevaar, droogte, hitte enzovoort. In het project in Steenwijk leidde dat tot extra aandacht voor wateroverlast door hevige regenbuien. Tom Stolker: “Je wil het in één keer goed doen, en dat houdt in dat geadviseerd wordt om tegels in te ruilen voor groen, en dat er infiltratiekratten, regentonnen en groendaken worden toegepast.”

Vooruitkijkend realiseert Tom zich dat je in de toekomst ook met een goed en passend aanbod moet komen voor VvE’s en particulieren. Dat werpt onmiddellijk de vraag op hoe je dit gaat financieren. “Moeten wij als bouwer daarin een rol nemen? Of moeten we aansluiten op het moment dat een andere partij hiervoor een passende constructie heeft bedacht?” Uiteindelijk is BAM in de ogen van Tom ‘slechts’ een partij die een scala aan oplossingen aanbiedt, “maar dit zijn onderwerpen waarover je uiteindelijk ook een keer het gesprek moet aangaan”. Vertegenwoordigers van andere bouwbedrijven, die ook deelnemen aan deze sessie, kunnen zich goed vinden in de grote lijnen die Tom uitzet. Wél is duidelijk dat met name de discussie over gespikkeld bezit enorm complex is en dat – afhankelijk van de situatie – sterk verschillende uitkomsten en adviezen te verwachten zijn. Denk bijvoorbeeld aan een variant waarbij het duurder is voor een corporatie om tussenliggende woningen niet mee te nemen in een renovatie.

“Een discussie op grote schaal over dit onderwerp moet nog gevoerd worden binnen BAM,” denkt Tom Stolker. “De volgende stap voor mij is om het onderwerp te bespreken met alle projectmanagers. De handreiking die er nu ligt geeft in ieder geval voldoende houvast om rechtvaardigheid te agenderen. Zowel intern als in gesprekken met woningcorporaties en beleggers.”


Gespikkeld bezit in de wijk Nieuwdorp (Stein)
Adviesbureau Diep is door de gemeente Stein ingehuurd om met een wijkaanpak te komen voor het verduurzamen van de woningen in particuliere eigendom in de wijk Nieuwdorp. De gemeente wilde in deze wijk de eigenaren van gespikkeld bezit laten meeliften met de verduurzamingsslag die de woningcorporatie gaat maken. Nu dit om uiteenlopende redenen niet lukt, wil de gemeente de particuliere woningbezitters meer keuzevrijheid geven, met persoonlijk advies en meer opties voor de uitvoering. Mara Midiere (Stroomversnelling, Diep) geeft toelichting bij de casus en legt verbanden met de principes ‘duurzaamheid’, ‘transparantie’ en ‘inclusiviteit’.

Het gaat om een vrij complexe situatie, onder andere vanwege de kostenstijgingen in het afgelopen jaar. Toch is er één algemeen punt dat boven komt drijven in deze sessie: de afhankelijkheid van de huidige labelsystematiek. Voor de financiering van verduurzamingsmaatregelen wordt namelijk gebruik gemaakt van het Volkshuisvestingfonds. Dit betekent onder andere dat de woningen een startlabel krijgen, en dat de te treffen maatregelen tot een bepaald aantal labelstappen moeten leiden: ofwel drie labelstappen maken ofwel label B bereiken.

Mara Midiere: “Het is heel frustrerend dat woningen soms net wel of net niet in een bepaalde labelklasse terechtkomen. Samen met adviesbureau Endule kijken we naar de reële warmtevraag en het reële verbruik voor het persoonlijk advies per eigenaar, maar het kan zijn dat als er één zonnepaneel te veel op je dak ligt, je niet in aanmerking komt voor subsidie. Dat is heel zuur, en het voelt voor de bewoners niet als rechtvaardig. Waar er al wantrouwen is in de wijk maken dit soort problemen het er niet makkelijker op.” Ook het thema ‘duurzaamheid’ wordt wat meer uitdagend, omdat woningen met een laag energielabel al snel op de benodigde labelstappen komen met eenvoudige maatregelen die niet per sé het meest doen voor wooncomfort of een gezond binnenklimaat.

Juist omdat er sprake is van een lastig traject, probeert Diep zo transparant mogelijk te zijn in de communicatie met de bewoners. Meer keuzevrijheid bieden als het gaat om de technische oplossingen is een goede eerste stap, door inzicht te geven in welke combinaties van maatregelen leiden tot de benodigde labelstappen. Maar ook de precieze taak en rol van de adviseur, en de relatie met gemeente en corporatie moeten voor bewoners volstrekt duidelijk zijn om te bouwen aan vertrouwen Uiteindelijk is er in deze wijk vooral een grote behoefte aan maatwerk, gezien alle individuele woonwensen en woonsituaties.

En een ander woord voor maatwerk – in de energietransitie althans – is ‘inclusiviteit’. Zo komen alle van te voren benoemde principes in deze deelsessie één voor één voorbij. Soms ook zonder ze expliciet te benoemen. Het is dan ook niet de bedoeling dat je je rechtvaardigheids-bingokaart helemaal afvinkt. Maar zonodig biedt de handreiking van Stroomversnelling wél een gemeenschappelijk kader waar je op terug kunt vallen. Ook in de meest lastige discussies.


Namens de gemeente Groningen is strategisch adviseur en projectmanager Marco Attema aanwezig, en hij leidt de derde deelsessie. Lees dit uitgebreide interview met Marco voor een indruk van wat er speelt in de gemeente Groningen.

De middag wordt afgerond met een feedback sessie waarin de hele groep teruggaat naar de vijf principes, en de verbinding maakt met wat er aan bod is gekomen in de casussen. Deze input zal mogelijk gebruikt worden om de principes verder aan te scherpen.

Deel dit bericht via social media: